bloedafname voor de NIP-test
Aangepast

Uitleg over cijfers betrouwbaarheid NIP-test

Nieuwsuur besteedde gisteravond aandacht aan de invoering van de NIP-test in Nederland. Tijdens het studiogesprek met Erik Sistermans, projectleider van de NIP-test in Nederland ontstond verwarring over cijfers van verschillende testen. Hieronder een uitleg over de verschillende cijfers en de test.

Wat is de NIP-test?

Met de Niet-Invasieve Prenatale-Test (NIP) wordt bij zwangere vrouwen gekeken of er aanwijzingen zijn voor chromosomale afwijkingen, zoals het syndroom van Down. Eerder was voor Nederlandse vrouwen alleen de combinatietest beschikbaar om dit te onderzoeken. Alleen als uit een combinatietest aanwijzingen voor een afwijking kwamen, konden vrouwen een NIP-test doen.

Een NIP-test is betrouwbaarder dan een combinatietest. Wel moet er altijd nog een vlokkentest of vruchtwaterpunctie worden gedaan als er aanwijzingen zijn voor een afwijking.

Invoeren

De NIP-test is nu beschikbaar geworden voor zwangere vrouwen door deelname aan een wetenschappelijke studie. Het doel van de studie is om te onderzoeken hoe de NIP-test het beste in Nederland kan worden ingevoerd.

In Nieuwsuur werd de vergelijking gemaakt tussen de test zoals die in Nederland uitgevoerd zal worden en de test die in België beschikbaar is. Duizenden Nederlandse vrouwen hebben de afgelopen jaren hun bloed naar België opgestuurd voor een NIP-test, onder meer naar het bedrijf Gendia. De tests van Nederlandse vrouwen zijn onderdeel van een Belgische studie naar de NIP-test, waar in Nieuwsuur aan gerefereerd werd.

Wat weten we over de betrouwbaarheid van de test?

Om erachter te komen hoe betrouwbaar een test is, wordt gekeken naar de sensitiviteit en de positief voorspellende waarde

De sensitiviteit geeft aan hoeveel kinderen er bijvoorbeeld met het syndroom van Down opgespoord kunnen worden met de NIP-test. Dit percentage is zowel bij de Nederlandse als de Belgische test hoog: respectievelijk 96 procent en 99 procent. Dit betekent dat in Nederland van elke 100 kinderen met het syndroom van Down er 96 opgespoord worden.

Positief voorspellende waarde

De positief voorspellende waarde zegt iets over de betrouwbaarheid van de uitslag van de test. Dus, als er aanwijzingen zijn voor een afwijking, kun je er dan van uit gaan dat die uitslag ook echt klopt? Dit is belangrijk omdat er na zo’n uitslag meer onderzoek gedaan wordt in de vorm van een vlokkentest of een vruchtwaterpunctie. Die brengen beide risico op een miskraam met zich mee.

De Nederlandse onderzoekers die de NIP-test gaan uitvoeren gaan uit van een percentage van 75 procent bij het Syndroom van Down voor de algemene groep vrouwen in Nederland. Dus van elke 100 vrouwen die een afwijkende uitslag krijgen, hebben 75 vrouwen ook echt een kind met Down. 

Uit deze wetenschappelijke publicatie - waar Nieuwsuur aan refereerde - blijkt dat de test van het bedrijf Gendia een positief voorspellende waarde van gemiddeld 96 procent heeft voor alle geteste afwijkingen. Dat is dus hoger dan de Nederlandse test.  

Positief voorspellende waarden van verschillende testen

Positief voorspellende waardeNederlandGendia
Trisomie 217599
Trisomie 182480
Trisomie 132382

Populatie

Maar projectleider van de Nederlandse NIP-test Erik Sistermans zegt dat de vergelijking tussen deze test en de Nederlandse situatie niet op gaat. "De positief voorspellende waarde kan alleen worden gebruikt om te vergelijken als twee populaties (de groepen zwangere vrouwen die worden onderzocht, red.) gelijk zijn." 

Volgens Sistermans is de groep zwangere vrouwen die in de Belgische studie is onderzocht niet vergelijkbaar met de Nederlandse zwangere vrouwen bij wie de test wordt gedaan. Daarom lijkt de test beter te scoren, zegt Sistermans.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl