Kritiek experts: aanpak Nederlandse jihadisten werkt niet
Het debat over jihadisten wordt volgens experts gekenmerkt door een simpele, soms sensationele voorstelling van zaken. Ook politici moeten soms beter nadenken over wat ze zeggen, vinden de deskundigen. Ze roepen op tot beleid dat gebaseerd is op kennis en analyse.
In het boek Nederlandse jihadisten, van naïeve idealisten tot geharde terroristen uiten terrorismedeskundigen Edwin Bakker en Peter Grol forse kritiek op de manier waarop wordt gedebatteerd over jihadisme. Ze noemen het debat gepolitiseerd en gepolariseerd.
"Het zou helpen als politici wat voorzichtiger zouden zijn met uitspraken. En voorzichtiger zouden zijn met het opperen van beleidsmaatregelen die voornamelijk gebaseerd zijn op wat zij vanuit politiek perspectief wenselijk vinden, of wat electoraal goed klinkt."
Dreiging
Bakker en Grol schrijven dat er een reële kans is dat Nederland het doelwit wordt van een aanslag. De overheid staat onder druk om de dreiging tot nul te reduceren, maar dat is onmogelijk, betogen de auteurs. Dat wil niet zeggen dat er niets tegen jihadisme te doen valt.
De dreiging vraagt volgens hen om een genuanceerd en door kennis gesteund debat. Dat zou moeten leiden tot effectief beleid tegen jihadisme. Wat de overheid volgens hen eerst moet doen, is de groep Nederlanders met sympathieën voor de jihad in kaart brengen.
Het prototype jihadist bestaat niet, zeggen Bakker en Grol. Van theologisch onderlegde idealisten tot verloren avonturiers, van leiders tot volgers: ze zitten er allemaal bij. Bij alle Syriëgangers leidde een combinatie van factoren tot hun vertrek naar het strijdgebied. Ze zijn noch een product van intolerante islam noch gehersenspoelde slachtoffers, stellen ze.
De motieven kunnen liggen in nare ervaringen in de jeugd of een gebrek aan kansen. Maar ook de invloed van naasten of een geval van discriminatie of onrecht kan het beslissende zetje geven.
Toen de eerste jongeren naar Syrië trokken, werd niet alert gereageerd, zeggen Bakker en Grol. Meerdere ouders die melding maakten van het (voorgenomen) vertrek van hun kinderen, kregen te horen dat de politie er niets tegen kon doen. Uitlatingen als 'rot op als het je hier niet bevalt', van de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb, of 'liever daar sterven dan terugkomen' van premier Rutte helpen volgens de deskundigen niet.
Ook maatregelen die zijn gericht tegen de hele groep werken niet, stellen de auteurs. Volgens hen moet iedere jihadist anders worden aangepakt: de een moet worden losgeweekt uit zijn jihadistische milieu, de ander moet gewoon een nieuw levensdoel krijgen en voor weer een andere groep moet worden gekeken naar strafrechtelijke of bestuurlijke maatregelen. Een aanpak voor iedereen zou juist averechts werken.
Alleen Theo van Gogh
Het Nederlandse jihaddebat is ook egocentrisch, zeggen Bakker en Grol. Er wordt alleen gekeken naar het gevaar voor Nederland en niet stilgestaan bij wat Nederlandse jihadisten in het buitenland aanrichten. Nederland telt met Theo van Gogh welgeteld één slachtoffer van jihadisme, benadrukken ze.
Ondertussen hebben Nederlandse jihadisten in het buitenland meer dan honderd mensen gedood. Neem de zelfmoordactie van de 19-jarige Sultan uit Maastricht. Voor zijn meer dan twintig slachtoffers was amper aandacht.