In de lente opnieuw zoekactie in rampgebied MH17
In de lente zal op verzoek van Nederland opnieuw gezocht worden naar stoffelijke resten en persoonlijke bezittingen van de slachtoffers van vlucht MH17. "Contactpersonen in de regio" hebben dat aan Nederland kenbaar gemaakt, schrijft minister Blok van Veiligheid en Justitie in een brief aan de Tweede Kamer. Nederland kan zo nodig hulp bieden bij het uitkammen van het terrein, staat in de brief.
Het nieuwe onderzoek volgt op de onrust die onder nabestaanden was ontstaan nadat een journalist onlangs bekendmaakte dat hij een stukje bot had meegenomen van de rampplek in het oosten van Oekraïne; later bleek uit onderzoek dat het van een MH17-slachtoffer was. De journalist gaf aan dat er nog veel meer te vinden zou zijn. Daarop drongen de familieleden van de slachtoffers aan op nieuw onderzoek in het gebied waar het toestel neerstortte.
Maar uit de verhoren van de journalist na diens terugkeer uit Oekraïne zijn geen aanwijzingen gekomen dat er nog meer stoffelijke resten of persoonlijke bezittingen zijn achtergebleven op de rampplek, schrijft Blok aan de Kamer. Ook uit de vele uren filmmateriaal van de journalist kan zoiets niet worden afgeleid.
Gebied in handen separatisten
Het gebied waar opnieuw gezocht gaat worden, is nog altijd in handen van pro-Russische separatisten. Bij eerdere zoekacties zijn afspraken gemaakt met de autoriteiten in rebellengebied, die overigens niet worden erkend door Nederland. Minister Blok schrijft in zijn brief niet welke basis er is voor de nieuwe zoekactie en wie de "contactpersonen in de regio" zijn.
Vlucht MH17 van Malaysia Airlines werd op 17 juli 2014 met een Russische Buk-raket neergehaald boven het strijdgebied in Oost-Oekraïne. Alle 298 inzittenden, onder wie 196 Nederlanders, kwamen daarbij om.
Radarbeelden
Het Openbaar Ministerie heeft in een verklaring op de eigen website nog eens uiteengezet dat het nog lange tijd gaat duren voordat radarbeelden die Rusland heeft overgedragen voor het strafrechtelijk onderzoek, geanalyseerd kunnen worden. Eind januari schreef het OM dat al in een brief aan de nabestaanden.
De beelden die betrekking hebben op de MH17-ramp zijn niet goed te lezen, omdat ze zijn aangeleverd in een afwijkend formaat. Het onderzoeksteam heeft Rusland om aanvullend materiaal verzocht, om de beelden alsnog te kunnen analyseren.
Volgens Rusland bewijzen de beelden dat vlucht MH17 niet is neergeschoten vanaf grondgebied dat in handen was van pro-Russische rebellen. In september concludeerde het Joint Investigation Team dat het toestel door een Buk-raket is neergehaald die is afgeschoten vanaf grondgebied dat in handen van de pro-Russische rebellen.
