VN: Rohingya-volk wordt verkracht, vermoord en verjaagd
Het Myanmarese leger heeft zich schuldig gemaakt aan groepsverkrachting en massamoord tegen de moslimminderheid Rohingya. Dat blijkt uit een nieuw rapport van de Verenigde Naties. De rapporteurs zeggen dat Myanmarese militairen zeer waarschijnlijk misdaden tegen de menselijkheid hebben gepleegd.
VN-waarnemers spraken met 220 Rohingya's die de deelstaat Rakhine zijn ontvlucht. Het gebied is hermetisch afgesloten door het Myanmarese leger. Volgens de vluchtelingen worden in Rakhine moslims gedood en dorpen in brand gestoken.
"In de deelstaat vermoordt het leger baby's, peuters, vrouwen en ouderen", staat in het rapport. "Militairen openen het vuur op vluchtende mensen. Rohingya-vrouwen worden er systematisch verkracht, voedselvoorraden vernietigd." De VN verdenkt het Myanmarese leger ervan bezig te zijn met een etnische zuivering.
Het lijkt erop dat het leger niet stopt voordat alle Rohingya's weg zijn.
Offensief leger
De internationale organisatie heeft daar alleen nog geen sluitend bewijs voor, zegt correspondent Michel Maas. "De waarnemers mochten niet overal komen en moesten zich dus baseren op de verhalen van getuigen, die niet altijd even betrouwbaar zijn. De rapporteurs werden in hun werk belemmerd door de Myanmarese autoriteiten, die de beschuldigingen nog altijd tegenspreken."
De deelstaat is sinds oktober afgesloten. Toen begon het leger met een tegenoffensief na aanvallen tegen de politie. Sindsdien zijn in het gebied honderden doden gevallen. Ook zijn naar schatting 66.000 mensen op de vlucht geslagen. Maas: "Het lijkt erop dat het leger niet stopt voordat alle Rohingya's weg zijn."
Boeddhisten
Probleem is alleen dat de moslims nergens naartoe kunnen. Buurland Bangladesh heeft de grensbewaking opgevoerd en stuurt veel vluchtelingen terug. Ook in andere delen van Myanmar kan de minderheid op weinig steun rekenen. De Rohingya's hebben geen burgerrechten en de boeddhistische meerderheid kijkt op hen neer.
De VN-commissie voor de mensenrechten wil dat de internationale gemeenschap de misdaden veroordeelt. Maar de kans dat er iets verandert, is klein, zegt Maas. "Het leger maakt de dienst uit in Rhakine. Daar heeft de regering weinig over te vertellen. Er is wel internationale kritiek, maar daar wordt verder weinig mee gedaan."