Weert is trots op zijn aanpak van overlastgevende, kansloze asielzoekers. Eind vorig jaar werd een groep asielzoekers beschuldigd van zakkenrollerij, diefstal, vechtpartijen, vandalisme, bespugen en intimideren. Daarop schroomde de gemeente niet om een voetbalwet te gebruiken om de overlast te bestrijden.
Die harde opstelling heeft zijn vruchten afgeworpen, denkt de gemeente. "Het is nu rustig in de binnenstad en in het asielzoekerscentrum", zegt burgemeester Jos Heijmans.
Kansloos
De overlastgevers in het asielzoekerscentrum in Weert komen uit Marokko, Algerije, Tunesië en Libië en zijn via Duitsland naar Nederland gekomen. Volgens de afspraken van het zogeheten 'Dublin-akkoord' moeten ze eigenlijk naar Duitsland terug, het land waar ze eerder al geregistreerd werden. Van de 26 bekende gevallen in Weert zijn er nu drie uitgezet naar Duitsland. Drie andere mannen zijn vastgezet.
Weert is niet de enige gemeente die worstelt met overlast van kansloze asielzoekers. Ook andere gemeenten met asielzoekerscentra hebben last van incidenten met afgewezen asielzoekers.
De praktijk van het terugsturen blijkt weerbarstig. De landen waar de afgewezen asielzoekers vandaan komen, willen geen mensen zonder papieren terugnemen. En veel asielzoekers hebben geen identiteitsbewijzen.
Ook mensen terugsturen naar het EU-land waar ze vandaan kwamen, levert maar beperkt resultaat op. De asielzoekers zitten daar niet vast en kunnen in theorie gewoon weer naar Nederland reizen. "Op die manier schuiven we mensen heen en weer", zegt burgemeester Jos Wienen uit Haarlem, voorzitter van de asielcommissie van de Vereniging Nederlandse Gemeenten.