"Een keuze maken tussen Turkije of Nederland? Dat is alsof je moet kiezen tussen je vader en je moeder", zegt Abdulhamit Yücel (21), wiens ouders zijn geboren in Turkije. "Dat is ons vaderland, dan is het begrijpelijk dat je daar nog emotionele banden hebt. We gaan er nog ieder jaar naartoe op vakantie."
Uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dat vandaag verscheen, blijkt dat Turkse Nederlanders vooral elkaar en hun land van herkomst belangrijk vinden. Van hen zou 43 procent het liefst permanent terugkeren. En ook bij de tweede generatie, geboren in Nederland, groeit dat verlangen.
Ook de vader van Yücel wil terug naar Turkije. "Hij woont nu nog in Nederland, maar heeft het plan om te verhuizen. Hij heeft het gehad in Nederland. Mijn vader heeft dertig jaar lang heel hard gewerkt en nu is het tijd om te gaan genieten."
Mijn vader heeft zich nooit welkom gevoeld in Nederland. Maar in Turkije hoort hij er ook niet helemaal bij.
In vergelijking met de andere, onderzochte migrantengroepen in het SCP-rapport, voelen Turkse Nederlanders zich het vaakst niet thuis in Nederland. Ook zijn ze het minst tevreden over de Nederlandse samenleving.
"Mijn vader heeft zich nooit welkom gevoeld in Nederland", vertelt Yücel. "Maar in Turkije hoort hij er als 'buitenlandse Turk' ook niet helemaal bij. Hij zit er een beetje tussen." De student voelt zich zelf wel welkom in Nederland. "Ik ben hier geboren en getogen en mijn toekomst ligt ook in dit land."
Hij kent genoeg jongeren die hetzelfde voelen, maar ook jongeren die terug willen naar Turkije. "Dat heeft ook voor een groot deel te maken met de discriminatie op de arbeidsmarkt. Als jongeren hier niet aan een baan kunnen komen en ze het economisch beter hebben in Turkije, willen ze daar wel een poging wagen."
Turkse, Marokkaanse, Surinaamse en Antilliaanse Nederlanders doen het beter op school, maar dat leidt niet tot een betere positie op de arbeidsmarkt. De integratie van de tweede generatie migranten gaat daardoor nauwelijks sneller dan hun ouders, concluderen onderzoekers van het SCP.
"We zien bijvoorbeeld dat niet-westerse migranten de Citotoets steeds beter maken", zegt onderzoeker Willem Huijnk. "Hun instroom op havo/vwo en verder naar hbo en universiteit neemt ook toe."
Maar volgens hem is hun achterstand op de arbeidsmarkt nog steeds groot. De werkloosheidcijfers zijn hoog: 15,6 procent van de allochtonen heeft geen werk, tegen 5,6 procent van de autochtone Nederlanders.
Krachtige boodschap
"Volgens premier Mark Rutte moeten we ons invechten. Maar wat moeten jongeren nog meer doen om zich te bewijzen, als ze de taal beheersen en goed zijn opgeleid", vraagt Yücel zich af.
De politiek zou ook wat moeten doen. "Bijvoorbeeld een krachtige boodschap van de premier of van de minister naar de werkgevers dat ze niet moeten discrimineren, en dat er anders sancties volgen."
Hij gelooft niet in anoniem solliciteren. "Als iemand dan wordt aangenomen, maar de werkgever houdt niet van buitenlanders, hoe gaat er dan een klik ontstaan? Dat is geen investering in de toekomst."