Dramatische oproep in Veiligheidsraad over Aleppo
De Syriërs in het belegerde Oost-Aleppo houden het niet lang meer vol. Daarvoor waarschuwde de VN-hulpcoördinator Stephen O'Brien tijdens een ingelaste bijeenkomst van de VN-Veiligheidsraad gisteravond.
De VN-functionaris bezwoer de strijdende partijen in de Syrische stad Aleppo te stoppen met vechten. "Beide partijen moeten de burgers beschermen voordat de stad verandert in een groot kerkhof."
Volgens O'Brien worden de regels van oorlogsvoering, die in de Eerste Geneefse Conventie zijn vastgelegd en voorschrijven dat gewonden moeten kunnen worden geholpen, systematisch genegeerd. "Er zijn geen grenzen of rode lijnen meer die overschreden kunnen worden."
Hij riep het Syrische leger op om de Verenigde Naties en hulporganisaties binnen te laten, zodat ze voedsel en medische hulp kunnen leveren.
Staakt-het-vuren?
Tijdens de VN-Veiligheidsraad pleitten verschillende landen voor een staakt-het-vuren. Onder meer de Britse delegatie zei dat de "bommenregen" in de stad moet ophouden. Rusland is tegen een staakt-het-vuren omdat het land vindt dat het westen de oorlog in Syrië gebruikt om een einde te maken aan het bewind van president Assad. Daarop werd Rusland verweten dat het de Veiligheidsraad machteloos maakt.
In Oost-Aleppo wonen naar schatting nog zo'n 250.000 mensen. Aan het begin van de week veroverde het leger van president Assad een aantal belangrijke wijken op de rebellen, waardoor het slechts een kwestie van tijd lijkt tot de stad volledig in handen is van het Syrische leger.
O'Brien is bang dat veel mensen zullen vluchten als Assad zijn troepen verder laat oprukken in een poging de stad helemaal te veroveren. Er zijn ook berichten dat de rebellen inwoners in hun gebied gegijzeld houden. Verder zouden gevluchte inwoners van wie gedacht wordt dat ze banden onderhielden met de oppositie, door het Syrische leger zijn opgepakt.
