Rode Kruis: 20.000 mensen vluchten voor geweld Oost-Aleppo

Sinds zondagmiddag zijn 20.000 mensen gevlucht uit Oost-Aleppo, waar hevig wordt gevochten tussen rebellen en het Syrische regeringsleger. Die schatting maakt het Internationale Rode Kruis.

In het oosten van de stad zijn duizenden mensen afgesneden van voorzieningen. Ze hebben geen eten of zijn dakloos. Het Rode Kruis wil dat ze het gebied veilig kunnen verlaten en staat klaar om zieken en gewonden te evacueren.

Frankrijk pleitte er vandaag voor dat de VN-Veiligheidsraad zo snel mogelijk naar de situatie kijkt. Volgens minister van Buitenlandse Zaken Ayrault moeten er hulptransporten worden toegelaten. Maar de bombardementen op de rebellen gaan gewoon door. Daarbij zouden vandaag twintig burgers zijn omgekomen.

Een hoge Syrische militair die anoniem wil blijven, zegt tegen persbureau AP dat mensen die het gebied verlaten "worden onderzocht". Dat gebeurt volgens hem om te controleren of het burgers zijn en geen strijders.

Hoe vluchtelingen worden gecontroleerd, zegt hij niet. Wel weerspreekt de militair berichten dat mensen zomaar worden vastgezet en slachtoffer zijn van wraakacties van het leger. Hij zegt dat die berichten de wereld in zijn geholpen om mensen af te leiden van de opmars van het leger in Aleppo.

De Verenigde Naties schatten dat ongeveer 275.000 mensen geen kant op kunnen in Oost-Aleppo.