Principiële voors en tegens voeden Kamerdebat over voltooid leven
In het Kamerdebat over het kabinetsplan om stervenshulp toe te staan voor mensen die hun leven voltooid vinden waren de tegenstellingen groot. Een Kamermeerderheid steunt het voorstel, maar tegenstanders hebben veel kritiek op het kabinet. SGP en ChristenUnie dienden een motie van afkeuring in, die overigens met een grote meerderheid werd verworpen.
VVD-Kamerlid Arno Rutte noemde het principieel dat voor wie weloverwogen, zonder druk van buitenaf, concludeert dat zijn leven voltooid is, de weg naar hulp zou moeten krijgen bij een zelfgekozen levenseinde. Misbruik moet daarbij worden uitgesloten: het moet zeker zijn dat iemand niet onder druk is gezet en dat het zijn eigen wens is, zei Rutte. Hij benadrukte dat het plan van het kabinet nog in een wet moet worden uitgewerkt en dat aan allerlei voorwaarden moet worden voldaan. De VVD ziet in elk geval niets in een leeftijdsgrens.
Ook coalitiepartner PvdA staat in grote lijnen achter het plan. Woordvoerster Wolbert benadrukte het belang van autonomie van mensen, ook als er geen medische redenen zijn om het leven te beëindigen. "De PvdA steunt de ingeslagen richting, maar de verdere uitwerking in de wet is voor mijn partij van cruciaal belang." Wolbert weet nog niet of er een leeftijdsgrens moet komen.
Initiatiefwet
D66-Kamerlid Dijkstra staat eveneens achter de doelstellingen van het voorstel, maar ze vindt het wel onduidelijk hoe het nu verdergaat. D66 blijft werken aan een eigen initiatiefwet. GroenLinks-Kamerlid Voortman benadrukte het "recht van zelfbeschikking om te leven en om te sterven". Volgens haar mogen mensen niet gedwongen worden om door te leven.
Ook 50Plus-voorman Krol vindt dat mensen zelf moeten kunnen uitmaken dat hun leven is voltooid. "Dat moeten we respecteren. Met deze voorstellen moedigt de overheid echt niemand aan om zelf voor de dood te kiezen."
Schnabel
De tegenstanders van het kabinetsplan verwijzen allemaal naar het rapport van de commissie-Schnabel, dat geen noodzaak ziet om de wet te veranderen. Ze vinden het een doorwrocht onderzoek.
CDA-woordvoerster Bruins Slot is fel tegen het voorstel van de ministers Schippers en Van der Steur. "Wat voor samenleving willen we?" Volgens haar moet het debat niet gaan over verruiming van de wet, maar over de waardevolle bijdrage die ouderen aan de samenleving leveren.
Het CDA is bang dat verandering van de wet allerlei ongewenste effecten kan hebben en dat ouderen dan makkelijker op het idee kunnen worden gebracht hun leven te beëindigen om hun kinderen niet tot last te zijn.
Ook SGP-leider Van der Staaij vreest dat mensen door het kabinetsplan te makkelijk zullen denken dat ze er niet meer toe doen en zichzelf als "kostenpost voor de samenleving" gaan zien. Hij vindt dat de samenleving mensen die zich bijvoorbeeld eenzaam voelen veel meer zou moeten helpen. Van der Staaij zei dat het plan hem ook persoonlijk diep heeft geraakt. "Het is mijn vaste overtuiging dat het leven van ieder mens als schepsel van God waardevol en kostbaar is. Als het leven moeilijk wordt, moeten we mensen niet prijsgeven aan de dood, maar met aandacht, liefde en goede zorg nabij zijn."
Overvallen
ChristenUnie-Kamerlid Dik-Faber toonde zich onaangenaam verrast door het kabinetsstandpunt. Ze zei dat de samenleving overvallen is door het plan. Ze vindt dat de overheid het leven van kwetsbare mensen moet beschermen.
De SP ziet ook geen noodzaak voor verandering. Woordvoerster Leijten benadrukte dat de praktijk van de euthanasie zich al ontwikkelt. Volgens haar zou aanpassing van de wet ouderen onder druk kunnen zetten. Maar ze erkende dat ze met het vraagstuk 'worstelt'.
De groep Kuzu-Öztürk is ook erg kritisch. Fractievoorzitter Kuzu sloot zich aan bij de commissie-Schnabel.
PVV denkt nog na
De PVV is er nog niet uit. Kamerlid Agema wil er langer over nadenken en meer mensen spreken. De partij komt met een standpunt als er een concreet wetsvoorstel is. De PVV snapt "de vurige wens tot zelfbeschikking", maar vindt ook dat mensen zich niet opgejaagd mogen voelen als ze tot het eind van hun leven gebruik willen blijven maken van medische zorg en verpleging.