In de Roya-vallei aan de Franse grens hebben negentig inwoners een illegaal netwerk opgericht dat migranten helpt met vervoer, onderdak en eten.
Aan de andere kant van de grens ligt Ventimiglia. Het Italiaanse stadje wordt ook wel klein-Calais genoemd. Er zitten ruim tweeduizend migranten vast die allemaal verder Europa in willen.
"Hier in de vallei zijn we een tikje rebels", vertelt Jean-Pierre van het netwerk. "Maar we doen dit niet omdat het verboden is. We doen dit omdat twintig kilometer verderop mensen zitten die honger en dorst hebben. Daar hoef je geen rebel voor te zijn."
Broodjes en water
Sinds de sluiting van de grens bij Menton twee jaar geleden trekken leden van het illegale netwerk iedere dag de grens over met tasjes eten. In Ventimiglia is het om de migranten te ontmoedigen streng verboden om voedsel en water uit te delen.
Toch is Jean-Pierre, die oud-politieman is, niet bang om opgepakt te worden. "Wat er in Europa gebeurt, is zo onrechtvaardig." Ook zijn vrouw rijdt mee de grens over in een auto vol met broodjes en water. "Ik ben hier heel rustig over. We zijn niet bang en voelen ons niet ongemakkelijk."
Cédric uit het Franse plaatsje Breil is ook lid van het netwerk. Hij smokkelt migrantenfamilies uit Ventimiglia en brengt ze onder bij hem zelf. Inmiddels heeft hij een klein migrantenkamp op zijn terrein.
De bioboer heeft al driehonderd migranten opgevangen, families die geen geld hebben voor smokkelaars en de reis niet lopend kunnen afleggen. Na een week brengt hij ze naar een treinstation zodat ze verder Europa in kunnen.
De arrestatie was behoorlijk gewelddadig met vuurwapens.
Cédric is een keer gearresteerd. "Ik had acht Eritreeërs bij me, onder wie drie vrouwen en twee kinderen. De arrestatie was behoorlijk gewelddadig met vuurwapens. Het was niet zozeer schokkend voor mezelf, ik ben daar op voorbereid. Maar het was vreselijk dat er achterin kinderen zaten te huilen."
Van de Franse rechter kreeg hij alleen een waarschuwing: hij moest een grotere bus gebruiken. "De rechter verweet het mij min of meer dat ik vijf vrouwen in een Citroën C15 vervoerde." Een grotere bus heeft hij vervolgens aangeschaft.
Toch blijven de Franse autoriteiten achter hem aan zitten. Ze proberen de burgersmokkelaars op heterdaad te betrappen en krijgen daarbij hulp van andere dorpsbewoners. "Er zijn mensen die de gendarmerie bellen om te vertellen waar de Afrikanen zitten."
Cédric ziet zichzelf niet als mensensmokkelaar. "Ik woon in Europa en ik mag naar Ventimiglia reizen. En ik breng mensen waar ze naartoe willen. Als je de buurvrouw meeneemt, ben je ook geen smokkelaar."