Wat heeft de JSF wat de F-16 niet heeft?
Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad, maar vandaag landt hij voor het eerst in Nederland: de Joint Strike Fighter. Het nieuwe gevechtsvliegtuig van Defensie moet de oude F-16 vervangen, die sinds 1979 dienst doet. Vanavond landen er twee op vliegbasis Leeuwarden.
Defensie wil de JSF, ook wel F-35 Lightning II, inzetten voor meerdere missies. Zo moet het toestel luchtgevechten uitvoeren, gronddoelen aanvallen en militairen ondersteunen op de grond. Ook kan het worden ingezet voor luchtverdediging en het verzamelen van inlichtingen.
Wat heeft de JSF wat de F-16 niet heeft?
- Stealth-eigenschappen: daardoor is de JSF moeilijker te detecteren door een radar en kan het toestel ongezien door vijandelijk gebied vliegen
- Betere sensoren: zoals een radar die over verschillende frequenties uitzendt. Daardoor is hij moeilijker te detecteren
- Beter waarschuwingssysteem: die moet de piloot waarschuwen als raketten het toestel naderen
Een van de piloten die al in de JF vliegt, luitenant-kolonel Jan Vijge, zegt dat die sensoren het grote verschil maken met de F-16. "De sensoren zijn veel geavanceerder. Dus je hebt veel meer bewustzijn van de omgeving, ten opzichte van de F-16. Dat maakt het een totaal ander vliegtuig."
Maar het jachtvliegtuig kan minder ver vliegen dan zijn voorganger. Waar de F-16 nog 2700 kilometer kon afleggen zonder bij te tanken, vliegt de F-35 2200 kilometer op een tank.
Om de twee toestellen te onderhouden en te vliegen, zijn er 20 technici en 4 piloten opgeleid.
Na de Tweede Wereldoorlog heeft de Koninklijke Luchtmacht met meerdere generaties straaljagers gevlogen.
De eerste twee toestellen die vanavond landen, zijn hier tijdelijk. Vanaf 2019 komen de toestellen, samen met 8 andere, definitief naar Nederland. Uiteindelijk moeten er 37 vliegtuigen op op Nederlandse bodem staan.