Op 11 maart 2011 vond in Fukushima een van de grootste kernrampen van de geschiedenis plaats. Die dag werd de oostkust van Japan getroffen door een zware aardbeving, gevolgd door een verwoestende tsunami. Duizenden mensen verloren het leven.
Maar de ramp die er bovenop kwam was mogelijk nog erger. Door de enorme vloedgolf raakte de kerncentrale van Fukushima beschadigd. Een groot deel van de omgeving werd radioactief besmet. Japan worstelt vijf jaar later nog steeds met de gevolgen van de ramp.
Nieuwsuur spreekt met VRT-verslaggever Veerle de Vos. Zij is net terug uit het getroffen gebied in Japan. Ze bracht ook een paar uur door in de besmette zone.
Geigerteller: check. Dosismeter: check. Beschermende maskers: check.
Voor de VRT beschrijft De Vos de voorzorgsmaatregelen die ze moest treffen voor haar reis. "Geigerteller: check. Dosismeter: check. Beschermende schoen-overtrekken en maskertjes: check. Vertrekken naar het getroffen gebied rond de kerncentrale van Fukushima doe je nog altijd niet zo maar."
De verslaggever keert terug naar de stad Namie, op zo'n 20 kilometer afstand van de centrale, waar ze vijf jaar geleden ook was. "We rijden langs tientallen verlaten rijstvelden. Ze liggen vol zwarte zakken, gevuld met licht-radioactieve aarde en groenafval."
"Dichter bij de stad zien we waar dat afval vandaan komt. Het wordt door honderden arbeiders afgegraven in rijstvelden, bijeen geschoffeld in tuinen en voortuinen, en van daken en dakgoten gehaald."
Besmette grond wordt vervolgens vervangen door een laag nieuwe aarde. De Vos ziet arbeiders op "een bijna maniakale grondigheid" aan het werk, op hun knieën met een schoffel en blik.
De stad Namie is nog altijd een spookstad, vertelt De Vos. Behalve het gemeentehuis en tankstation is alles dicht. "In de scheuren van het asfalt groeit riet en opritten van huizen zijn overgroeid met bamboe."
Het uiteindelijke doel is dat de meerderheid van de bewoners kan terugkeren. Maar veel weten niet of dat ooit gaat lukken. "De straling is er al een stuk lager dan toen we hier in 2011 kwamen, maar nog altijd te hoog om bewoning toe te laten."