Geachte heer Haan,
graag reageer ik namens de heer Oosting op uw telefonische vraag van 10 december over de laatste zin van de derde alinea op bladzij 220 (‘Mevrouw Van Miltenburg […] gaf gehoor aan het verzoek van Haan om de vertrouwelijke brief te vernietigen.’). U vroeg mij of dit de interpretatie was van de commissie of dat dit was ontleend aan informatie afkomstig van mevrouw Van Miltenburg.
Deze passage bevat de zienswijze van mevrouw Van Miltenburg, die hierover in haar gesprek met de onderzoekscommissie heeft verklaard. Het was de bedoeling de desbetreffende passage uit het door haar goedgekeurde verslag te citeren, waardoor duidelijk is dat dit naar mevrouw Van Miltenburg te herleiden zou zijn. Geheel conform de afspraken met alle personen met wie de commissie heeft gesproken, is dit citaat ter autorisatie aan mevrouw Van Miltenburg voorgelegd. Om haar moverende redenen heeft ze voor gebruik van dit citaat geen toestemming gegeven.
Op 6 november 2015 heeft mevrouw Van Miltenburg in een brief aan de voorzitter van de Onderzoekscommissie laten weten: ‘[…] heb ik vervolgens, conform afspraak met dhr Haan, de brief vernietigd.’
Ik hoop hiermee uw vraag te hebben beantwoord.
Een afschrift van dit bericht heb ik op verzoek van de heer Oosting aan mevrouw Van Miltenburg verzonden.
Met vriendelijke groeten,
dr. H.P.M. (Bert) Kreemers
secretaris en onderzoeksmanager van de Onderzoekscommissie Ontnemingsschikking