Nieuwsuur-journalist Bas Haan zette zijn werkwijze op zoek naar het 'bonnetje van de Teevendeal' op papier voor de 'De Loep', een prijs van de Vereniging van Onderzoeksjournalisten VVOJ. Het stuk, geschreven als openbaar stuk, heeft Nieuwsuur ter info aan de commissie-Oosting gegeven, samen met enkele andere eerder gepubliceerde stukken. Hieronder de tekst.
4.710.627 gulden en 18 cent, dat is het exacte bedrag van de Teevendeal dat Nieuwsuur op 4 maart 2015 onthult. Het zet de val in van minister Opstelten en staatssecretaris Teeven vijf dagen later. En daarmee komt een eind aan de affaire die een jaar eerder begint als Nieuwsuur de deal onthult.
Deze inzending gaat niet over de onthulling van de deal zelf, maar over de onthulling van de exacte details van de Teevendeal, op basis van documenten en bronnen afkomstig van 'justitie' (zowel van het departement van Veiligheid & Justitie, als van het Openbaar Ministerie). Om dat verhaal te vertellen, is het nodig terug te gaan naar de eerste uitzending van een jaar daarvoor, op 11 maart 2014.
Staatsgeheim
Aan het eind van 2013 meldt journalist Hendrik-Jan Korterink zich bij Nieuwsuur. Hij beschikt over 'staatsgeheime'documenten met betrekking tot de IRT-affaire. Bovendien heeft hij begrepen dat voormalig officier van justitie Fred Teeven bij een oude deal met crimineel Cees H. alle regels heeft geschonden.
De oorspronkelijke documenten van Korterink blijken niet geschikt voor een Nieuwsuur-uitzending, maar mijn interesse voor de Teevendeal is gewekt. Al eerder waren berichten over die deal in het nieuws en in de Kamer besproken, maar nooit over de details zoals het buitensluiten van de belastingdienst. Via Korterink kom ik in contact met iemand die beschikt over de deal zelf en die Nieuwsuur uiteindelijk een kopie ervan geeft.
In de deal staat dat twee Luxemburgse rekeningen leeggehaald zullen worden dóór het Openbaar Ministerie en dat het bedrag vervolgens via een OM-rekening, buiten de Belastingdienst om, naar crimineel Cees H. zal worden overgemaakt.
Niet publiceren?
Maar er staan geen eindbedragen in de deal en de deal zelf roept meer vragen op: Wat is het belang om die deal na 15 jaar aan Nieuwsuur te geven? Wat zijn de gevolgen van publicatie voor de verhoudingen binnen het milieu van (oud-)criminelen? Kan toenmalig officier Teeven een 'hoger doel' gehad hebben om een deal te sluiten die breekt met alle richtlijnen zoals die ten tijde van de deal golden?
Met andere woorden: zijn er redenen om over deze op het eerste gezicht 'foute' en nieuwswaardige deal niet te publiceren of hem in een ander licht te zetten?
Om antwoord op die vragen te krijgen, moeten alle betrokkenen ruim voor een eventuele uitzending alle mogelijkheid hebben om een reactie of toelichting te geven.
Jan-Hein Kuijpers, de advocaat van Cees H., kiest er voor de vlucht naar voren te nemen en een interview te geven, omdat hij bang is dat anders zijn cliënt als een eventuele verklikker gezien zal worden. Daarbij onthult hij dat er uiteindelijk een bedrag van zo’n vijf miljoen euro aan Cees H. werd overgemaakt. Verder wordt me vanuit de wereld van de criminelen en advocaten duidelijk dat er door publicatie geen nieuwe oorlog in het crimineel milieu ontketend zal worden.
Zwaarwegende redenen?
Maar nog belangrijker is de rol van het Openbaar Ministerie en in het bijzonder de rol van Fred Teeven die inmiddels staatssecretaris is. Ik benader de top van het Openbaar Ministerie en leg uit wat ik in handen heb. Zonder enige deadline of andere voorwaarde leg ik ze daarbij de vraag voor of er een bijzondere reden was voor het Openbaar Ministerie om deze deal toentertijd te sluiten. Hypothetisch had het namelijk zo kunnen zijn dat er zwaarwegende belangen waren die het zouden rechtvaardigen om in het geheim vijf miljoen voor een crimineel wit te wassen, bijvoorbeeld als daarmee een terroristische aanslag voorkomen was of iets dergelijks.
In de ruim drie weken daarna, terwijl het OM de zaak onderzoekt, wordt me duidelijk dat er géén bijzondere redenen zijn die het rechtvaardigden om deze deal te sluiten.
Deugt niet
Diverse magistraten (off the record) en belastingdeskundigen (zowel off- als on the record) laten me in die periode bovendien unaniem weten dat deze deal op geen enkele manier deugt en nooit gesloten had mogen worden. Bovendien wordt me duidelijk dat in 2000 de leden van het toenmalig college van procureurs-generaal niet van de details van de deal wisten toen Teeven er zijn handtekening onder zette en daar ook nooit goedkeuring aan gegeven zouden hebben als ze wel alle details gekend hadden.
Formeel luidt de reactie van het Openbaar Ministerie uiteindelijk dat het geen commentaar op de deal kan geven, omdat in de deal geheimhouding is vastgelegd. Teeven zelf houdt zich als staatssecretaris onbereikbaar voor commentaar.
Binnen een week na het formele weerwoord van justitie heb ik vervolgens mijn reportage klaar, die op 11 maart 2014, een week voor de gemeenteraadsverkiezingen, wordt uitgezonden.
Waar is het bonnetje?
In de ophef die daarna ontstaat, gebeuren er twee dingen: in de politiek komt Teeven en in het verlengde daarvan minister Opstelten onder druk te staan vanwege de inhoud van de deal; in de publiciteit komt behalve de inhoud ook de legitimiteit en juistheid van de publicatie van de deal ter discussie te staan, met name door de Telegraaf en NRC. De Telegraaf beweert dat Nieuwsuur oud nieuws naar buiten bracht en dat er niets mis is met de deal; NRC schrijft op basis van 'bronnen' dat de deal niet om vijf miljoen ging, maar ‘slechts’ om ongeveer twee miljoen gulden. Precies dat bedrag van twee miljoen wordt ook door minister Opstelten in het Kamerdebat bij herhaling genoemd om de deal te nuanceren. Daarbij vraagt hij de Kamer hem als minister te vertrouwen. Want stukken om zijn beweringen te staven, die heeft de minister niet of wil hij niet overleggen.
En daarmee gaat de affaire rond de Teevendeal opeens niet meer om de inhoud, maar om 'het bonnetje': hoeveel was er nou precies overgemaakt aan Cees H.?
De onwaarheden van Opstelten in de Kamer zijn evident voor verschillende ambtenaren op het departement van Veiligheid & Justitie en voor verschillende magistraten binnen het Openbaar Ministerie, namelijk voor die mensen die de details van de deal kennen. In de maanden na het Kamerdebat zijn steeds meer van hen bereid om met me te praten. Zo wordt me al heel snel duidelijk gemaakt dat het echt om een bedrag van zo’n vijf miljoen gaat dat is overgemaakt. En dat Teeven dat onder meer met directeur-generaal Gerard Roes van het ministerie van Justitie & Veiligheid al vlak na het Kamerdebat besproken heeft.
Toch houdt Opstelten vol dat hij de Kamer juist heeft geïnformeerd en kan Teeven zich volgens een brief van de minister niets meer herinneren.
Niet van Cees H.
Maandenlang kom ik niet verder dan off the record gesprekken en beweringen die stellen dat Opstelten liegt. Maar niemand wil me een 'bonnetje' laten zien. Ook vang ik iedere keer opnieuw bot bij Jan-Hein Kuijpers en oud-advocaat Piet Doedens, die allebei wél over 'het bonnetje' beschikken maar dat van Cees H. niet af mogen staan. De reden daarvoor is simpel: drugscrimineel Cees H. noemt het bonnetje zijn 'Joker', waarmee hij kan aantonen dat de minister en de staatssecretaris van Veiligheid & Justitie de waarheid verzwijgen - altijd handig voor een drugscrimineel.
Maar alle details van het bonnetje liggen, verspreid, wel degelijk ook op het ministerie en bij het Openbaar Ministerie. En ten minste twee magistraten die de details kennen, sturen persoonlijk waarschuwingen naar Den Haag dat de minister de Kamer heeft voorgelogen over de Teevendeal.
Maandenlange puzzel
Met die waarschuwingen wordt niets gedaan en ik blijf op zoek gaan naar documenten en mensen binnen justitie die me on the record de waarheid kunnen vertellen. Op zo’n moment blijkt het cruciale belang van een hoofdredactie die bereid is om een journalist maanden tijd te laten investeren in een onderzoek waarbij het maar de vraag is of er ooit iets gevonden wordt.
Maar het lukt. Zeker na december 2014, als minister Opstelten zijn laatste brief over de kwestie aan de Kamer schrijft en de zaak definitief in de doofpot dreigt te verdwijnen, zijn enkele voor mij cruciale personen na talloze vergeefse pogingen bereid met me te praten én documenten te laten zien.
Na tientallen gesprekken met meerdere ambtenaren van het departement en magistraten van het Openbaar Ministerie, lukt het me uiteindelijk om álle gegevens van 'het bonnetje' bij elkaar te verzamelen. Daarbij kan ik steeds ieder individueel gegeven (bedrag; datum; bankrekeningnummer; parketnummer; kenmerk) verifiëren, via ten minste twee verschillende documenten afkomstig van eveneens ten minste twee verschillende bronnen.
Zo puzzel ik het 'het bonnetje' bij elkaar. En zodra ik het rond heb, zendt Nieuwsuur het uit. Dat is twee weken voor de Provinciale Staten-verkiezingen.
Duister complot?
Op 9 maart, vijf dagen na de uitzending, stappen minister Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven op, als blijkt dat 'het bonnetje' ook alsnog op het ministerie zelf gevonden is.
Precies zoals een jaar eerder gebeuren opnieuw twee dingen: in de politiek komen Teeven en Opstelten onder druk te staan vanwege de inhoud van de onthulling van Nieuwsuur; in de publiciteit komt behalve de inhoud ook weer opnieuw de publicatie ter discussie te staan, dit keer niet door andere media, maar door de top van de VVD en minister Schippers in het bijzonder die een complot van duistere krachten suggereert.
Wellicht wordt het tijd voor een deel drie, ook al zijn er binnenkort geen verkiezingen gepland…
Inmiddels doet de commissie Oosting in opdracht van de Tweede Kamer onderzoek naar de Teevendeal. Oosting zal naar verwachting eind dit jaar zijn onderzoek afronden.