Armstrong: Oprah kwam te vroeg voor me
Lance Armstrong heeft in een groot interview met The Times zijn kijk gegeven op de actuele dopingproblematiek in de sportwereld. Ook praat hij over zijn tijd als valsspeler en zijn wekelijkse bezoekjes aan een psycholoog.
De 44-jarige Texaan, die door zijn levenslange schorsing al zijn zeven Tour-zeges kwijtraakte, heeft weinig vertrouwen in de huidige generatie sporters. "Wij hadden een middel, epo, dat was zo efficiënt. Als er morgen weer zo'n middel komt dat niet te traceren is, dan gaat iedereen het gebruiken."
Is het dan niet beter om doping te legaliseren? "Dat is een heel slecht idee", zegt Armstrong. "Dan gaan mensen enorme risico's nemen. Ik heb een zoon van 16 jaar, die is goed in American Football. Ik weet wat er gebeurt in die sport. In die situatie wil ik hem niet zien."
Naast wielrennen en American Football kampt ook atletiek met een enorm dopingstempel. Armstrong denkt niet dat de autoriteiten de onderste steen boven willen. "Ze doen weer hetzelfde. Ze denken: als we dit opblazen, maken we onze sport kapot. Dus kijken ze weer niet zo goed."
Het maakt me nog steeds kwaad dat mensen denken dat ik alleen maar won vanwege de doping.
Oprah Winfrey
Armstrong kijkt ook kritisch naar zichzelf en naar zijn bekentenis bij Oprah Winfrey in 2013, waar hij weinig berouw toonde van zijn misstappen. "Oprah kwam te vroeg. Het heeft jaren geduurd voordat ik begreep wat ik had gedaan. Ik zat vast en wilde er vanaf zijn. Ik had alles nog niet verwerkt. Nog steeds niet."
"Ik begrijp nu beter hoe enorm mijn verraad was, voor heel veel mensen die me vertrouwden en me verdedigden. In een chatroom, op het werk, of op de fiets, ze kwamen voor me op. Na mijn bekentenis voelden zij zich idioten. Dat is een zware last en daar moet ik mee leven."
Valsspeler of niet?
In sportief opzicht voelt Armstrong zich minder schuldig. "Geen van mijn concurrenten vindt me een valsspeler. Mijn oude ploeggenoot Kevin Livingston zei het nog het best: van de 190 renners in de Tour zaten er 200 aan de epo."
"Die zeven jaar bij US Postal was ons verhaal: we trainen harder dan de rest, we zijn beter georganiseerd, hebben betere tactieken, een beter team en beter materiaal. Dat was allemaal waar. We noemde alleen het laatste gedeelte niet: doping."
Ik snap niet dat mensen schaamte hebben voor de hulp van een psycholoog.
Was doping niet de doorslaggevende factor? "Tuurlijk niet. Wel als niemand anders aan de epo zat, maar iedereen had het. Het maakt me nog steeds kwaad dat mensen denken dat ik alleen maar won vanwege de doping. Dat is gewoon niet waar."
Over zijn voormalige ploegleider Johan Bruyneel wil Armstrong niks zeggen. Uit loyaliteit. "Ik weet niet of dat goed of slecht voor me is. Dat maakt me ook niet uit." En over zijn rol als tiran: "Het is pertinent niet waar dat ik ploeggenoten zou hebben aangezet tot dopinggebruik."
Tot slot vertelt Armstrong dat hij - als alfamannetje - wekelijks een psycholoog bezoekt om zijn demasqué te verwerken en zijn leven op orde te houden. Zijn vrouw gaat regelmatig mee en soms ook zijn kinderen.
"Ik snap niet dat mensen daar schaamte voor hebben, dat iemand je coacht bij fases van je leven of bij je relatie met je familie. Eén keer heb ik een sessie gedaan met al mijn kinderen. Dat was interessant, maar wel privé."