Duizenden Syriërs komen per maand Nederland binnen. De overgrote meerderheid heeft recht op asiel, maar oorlogsmisdadigers zijn niet welkom. Daarom worden alle vluchtelingen na aankomst gescreend door de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Maar hoe herkent die een oorlogsmisdadiger of terrorist?
”Het is vrijwel onmogelijk om erachter te komen of er oorlogsmisdadigers onder de Syrische vluchtelingen zijn”, zegt strafrechtdeskundige Joris van Wijk van de Vrije Universiteit. Volgens hem kunnen opsporingsdiensten niet bepalen of de vluchtelingen de waarheid spreken over hun verleden. Nieuwsuur sprak met één van de van oorlogsmisdaden verdachte Syriërs in Nederland.
In Nieuwsuur meer over de screening van vluchtelingen, plus een verslag van de Eurotop en een gesprek met minister Koenders over de vluchtelingencrisis en het Europees leiderschap.
Abdullatif Hamoud kreeg van de IND het stempel oorlogsmisdadiger, omdat hij als dienstplichtige tussen 2002 en 2004 bij de Syrische veiligheidsdienst zat. Tegen Nieuwsuur zegt hij dat hij ten onrechte de 1F-status kreeg en dat hij moet boeten voor zijn eerlijkheid. Volgens hem liegen veel asielzoekers over hun verleden.
VU-onderzoeker Van Wijk: “Als een minister van Assad nu hier naartoe komt, dan zijn er waarschijnlijk veiligheidsdiensten die dat weten. Maar als een helikopterpiloot die bommen heeft gegooid nu naar Nederland zou komen en zou zeggen: ik ben kok geweest, dan is dat heel moeilijk om te toetsen.” Datzelfde geldt volgens hem voor een IS-strijder.
Nog geen 10
Uit cijfers van de IND blijkt dat vorig jaar van de ruim 11.500 Syrische asielzoekers in Nederland er nog geen tien de 1F-status kregen, wat betekent dat ze verdacht worden van oorlogsmisdaden. Ook IND-directeur Rob van Lint geeft toe dat zijn dienst onmogelijk alle oorlogsmisdadigers kan identificeren: “Ik kan niet de garantie geven dat we iedereen eruit halen.”
Dat er ook oorlogsmisdadigers tussen de vluchtelingen zijn, lijkt wel duidelijk. Onlangs riep een sjiitische militieleider uit Irak zijn strijders zelfs op niet meer naar Europa te vertrekken. Op Facebook circuleren foto’s van Syrische strijders die inmiddels in Europa zijn. Sommigen maken zelfs selfies met de grenspolitie.
Op politiek niveau staat vandaag, na het besluit van gisteren over de herverdeling van 120.000 vluchtelingen over de Europese Unie, de langetermijnaanpak op de agenda. In Brussel praten de regeringsleiders over de houdbaarheid van het Dublin-systeem, de open grenzen en het verbeteren van de opvang in de regio.
Nieuwe tegenstelling
Staatssecretaris Dijkhoff zei gisteren dat er geen sfeer van ruzie in Europa hangt. Toch is de verdeeldheid over de aanpak van het vluchtelingenprobleem nog steeds groot. Tijdens de financiële crisis, die nauwelijks achter de rug is, stonden het noorden van Europa en het zuiden tegenover elkaar. Nu gaat het om de tegenstelling oost-west.
De toon van de verliezers is fel, nadat gisteren het herverdelingsbesluit niet bij unanimiteit, maar bij meerderheid was genomen. Wekenlang is geprobeerd om unanimiteit te bereiken, maar gisteren bleek dat dat niet wilde lukken en drukten de ministers voor asielzaken er een meerderheidsbesluit door. In feite is het vooral een symbolische maatregel, want inmiddels zijn er al zo'n 430.000 vluchtelingen binnen de grenzen van de EU.
Juist eenheid nodig
"Met het meerderheidsbesluit is er een paardenmiddel gebruikt", zei Mathieu Segers gisteravond in Nieuwsuur, "en dat zal niet zonder consequenties blijven voor de eenheid in Europa. Juist die eenheid hebben we nu in Europa nodig."
Volgens Segers presenteert Frans Timmermans de feiten als hij zegt dat de vluchtelingen maar een heel klein percentage vormen van de Europese bevolking en dat we ons dus geen probleem moeten laten aanpraten. "Maar er speelt nog iets anders. Er heerst tegenwoordig een grote angst en zenuwachtigheid in Europa wat betreft de vluchtelingen, zowel in oost als in west. De sentimenten spelen dus een grote rol."
"Het kernvraagstuk is of je open binnengrenzen kunt hebben, zonder afsluitbare buitengrenzen", zegt Segers. "Het antwoord is: waarschijnlijk niet, want dan zet je je verworvenheden op je binnenmarkt op het spel. Daar moet het nu over gaan."
Leiderschap
De plotselinge vluchtelingencrisis doet ook vragen rijzen over de kwaliteit van de politieke leiders, want waarom zou de Europese burger vertrouwen hebben in leiders die elke waarschuwing over de vluchtelingenstroom, onder meer van de UNHCR, jaar in jaar uit in de wind hebben geslagen?
Het kabinet pleit voor meer en betere opvang in de regio. Minister Koenders was onlangs in Libanon en zei daar dat er een diplomatieke oplossing moet komen en dat de mensen uiteindelijk terug moeten naar Syrië. Maar inmiddels duurt de oorlog in Syrië al 5 jaar en barsten de vluchtelingenkampen in de buurlanden al jaren uit hun voegen.