Universiteiten moeten openbaar maken waarom het collegegeld voor tweede studies zo hoog is. Minister Bussemaker van Onderwijs zal ze anders dwingen dit te doen door een maximum bedrag in te stellen, schrijft ze in een brief aan de Tweede Kamer.
Sinds 2009 geeft de overheid geen geld meer aan studenten die een tweede studie willen doen. Universiteiten mogen zelf bepalen hoeveel collegegeld ze vragen en dat is dan ook vaak veel hoger dan het reguliere collegegeld: in plaats van 1906 euro per jaar, betaal je voor sommige opleidingen meer dan tienduizend euro. Zo betaal je voor sommige masters aan de Maastricht University 32.000 euro.
Ook is er veel discussie over de vraag waarom de ene universiteit voor dezelfde studie een veel hoger bedrag vraagt dan de ander. De Universiteit van Amsterdam vraagt bijvoorbeeld 9000 euro voor een bachelor Rechten. Voor diezelfde studie betaal je op de Radboud Universiteit zo'n 7000 euro en in Utrecht 6500 euro.
'32.000 euro is een uitzondering'
Van de studenten die een tweede studie volgen doet 85 procent een bachelor en 15 procent een master. Volgens Bussemaker kost een tweede bachelor gemiddeld zo'n 7.500 euro per jaar en een tweede master 11.500 euro per jaar.
"Een instellingscollegegeld van 32.000 euro per jaar is dus een uitzondering, en wordt een enkele keer gevraagd voor opleidingen als geneeskunde, waar over het algemeen sprake is van hoge kosten voor practica en laboratoria", aldus Bussemaker.
Het voelt natuurlijk wel als een overwinning. De aanhouder wint"
Het is onduidelijk waarop universiteiten die kosten baseren en hoeveel een student nu precies kost. De Stichting Collectieve Acties Universiteiten (SCAU) wil al jaren dat universiteiten vertellen waarom het collegegeld voor een tweede studie zo duur is. Zij zijn met acht universiteiten in een juridische strijd verwikkeld.
Het Gerechtshof en het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs oordeelden al eerder dat universiteiten openheid van zaken moeten geven, maar tot nu toe gaven de universiteiten daar geen gehoor aan.
Opsteker
De kamerbrief van Bussemaker is dan ook een opsteker voor de stichting. "Het voelt natuurlijk wel als een overwinning. De aanhouder wint", zegt Cees Zweistra van SCAU. "Nu wordt het interessant wat de universiteiten gaan doen. Kunnen ze het bedrag goed onderbouwen, of gaan de tarieven voor de tweede studie zakken?"
De juridische procedure tussen SCAU en de universiteiten loopt ook nog altijd: de universiteiten zijn in cassatie gegaan. Het is nog onduidelijk wanneer die zaak dient.