Macron verliest meerderheid in parlement, terwijl Franse democratie kraakt
De democratie heeft z'n werk gedaan: de verkiezingen waarbij de coalitie van president Macron de meerderheid verloor, verliepen eerlijk. Maar de Franse democratie heeft óók een flinke knauw gekregen. Steeds minder mensen lopen warm voor de verkiezingen.
De animo is zelfs zodanig gezakt dat specialisten en politici zich zorgen maken. "De democratie begint breuklijnen te vertonen en dat is zorgwekkend.", schreef politicoloog Bruno Cautrès eerder in een essay.
Bij de presidentsverkiezingen van twee maanden geleden ging 72 procent van de bevolking stemmen: het laagste cijfer sinds 1969. En dat zijn nog de verkiezingen die de meeste kiezers trekken.
Bekijk hier de reacties linkse kiezers en Macron-aanhangers:
Bij de parlementsverkiezingen van vandaag ging volgens de eerste prognose maar 46 procent stemmen. Bij de regionale verkiezingen vorig jaar ging 34 procent van de Fransen naar de stembus. En het jaar daarvoor, bij de gemeenteraadsverkiezingen, stemde slechts 42 procent. "De Fransen zijn democratiemoe", constateerde politiek commentator Solenn de Royer.
President van de minderheid
Regelmatig neemt dus minder dan de helft van de Fransen de moeite om naar de stembus te gaan. En slechts een deel van die kiezers stemt op de winnaar.
Neem Emmanuel Macron. Bij de presidentsverkiezingen op 24 april waren er ruim 48 miljoen stemgerechtigde kiezers. Van hen brachten er maar 35 miljoen (72 procent) een stem uit. Daarvan waren er 32 miljoen (65 procent) geldig.
Van die 32 miljoen geldige stemmen gingen er ruim 18 miljoen naar Macron. Dat is 58 procent van de geldige stemmen, maar het is slechts 38,5 procent van álle Franse kiezers. Een minderheid dus.
Alleen de winnaar krijgt een zetel
Bij de parlementsverkiezingen speelt weer een ander probleem: er wordt gestemd per kiesdistrict. Er zijn er 577 en per district krijgt alleen de winnaar een parlementszetel. Daardoor kan een partij landelijk opgeteld een heel hoge score boeken, maar in niet één kiesdistrict de grootste worden. Die partij krijgt dan niet één zetel.
Bij de eerste ronde van de parlementsverkiezingen, een week geleden, kregen de coalitie van Macron en de linkse oppositie allebei ruim 25 procent van de stemmen. Maar in de Assemblée krijgt Macron nu 245 zetels en links 'slechts' 131 zetels.
De partij van Marine Le Pen kreeg maar iets minder stemmen dan Macron en links: 18 procent. Maar zij krijgt nu slechts 89 zetels. Het stemgedrag van de kiezers wordt dus niet weerspiegeld in het Franse parlement. En de president zelf is dus gekozen door een minderheid van de Franse kiezers. Dat voedt het wantrouwen in de politiek. Er heerst zelfs desinteresse.
Het goede nieuws: de Fransen zijn misschien democratiemoe, maar ze zijn niet anti-democratie. "De Fransen zijn nog wel gehecht aan het democratisch kiessysteem, maar ze vinden niet meer dat het veel resultaat oplevert", zei politicoloog Cautrès bij de presentatie van een groot onderzoek naar het kiezersvertrouwen.
De Franse jeugd voelt zich niet meer verplicht om te gaan stemmen, zoals de babyboomers dat nog wel voelden.
Politici zouden niet luisteren naar de wensen van de Fransen. Dat kan ertoe leiden dat mensen naar andere manieren gaan zoeken om 'resultaat' te behalen. Een bekend voorbeeld zijn de klimaatmarsen: vrijwel altijd georganiseerd door jongeren. "De Franse jeugd is wel degelijk politiek actief, of het nou gaat on het klimaat, racisme of ongelijkheid. Ze voelen zich alleen niet meer verplicht om te gaan stemmen, zoals de babyboomers dat nog wel voelden", aldus socioloog Vincent Tiberj in Le Monde.
Een ander voorbeeld zijn de gele hesjes. Ze voelden zich niet gehoord door de politiek en gingen in 2018 en 2019 de straat op. Ze demonstreerden lange tijd, hielden rotondes in het hele land bezet, en regelmatig kwam het tot geweld. Ook politiemensen, burgemeesters en Kamerleden in Frankrijk zijn de laatste jaren vaker doelwit van geweld.
"Dat geweld komt niet alleen voort uit wantrouwen, maar vooral uit een afnemend respect voor instituties en politici", zei politicoloog Luc Rouban.
De meeste Franse deskundigen zijn het eens: als het vertrouwen tussen kiezers en gekozenen niet wordt hersteld, zullen steeds meer kiezers de besluiten van de gekozenen niet meer serieus nemen. En misschien ook de politici zelf niet meer.