Vrijwilligers nog flink actief in Wallonië: 'Nuttiger dan kerstshoppen'
Aïda Brands
redacteur Brussel
Aïda Brands
redacteur Brussel
Het is een koude mistroostige dag in Chênée, een voorstadje van Luik. Aan het begin van de straat zijn containers geplaatst waar mensen kunnen douchen en de was doen. Sommige mensen hebben hun caravan voor de deur geplaatst. Nog altijd ziet het er uit als oorlogsgebied.
Maar wie goed luistert hoort het geluid van tikkende beitels en drillende boormachines. In een aantal huizen wordt druk geklust. Bijna zes maanden na de watersnood in België zijn nog altijd veel vrijwilligers actief in het gebied en die zijn hard nodig.
Hoewel de grootste ravage inmiddels is opgeruimd, zijn ondanks politieke beloftes veel huizen nog onbewoonbaar. Ook de Belgische koning Filip stipt het aan tijdens zijn kersttoespraak vandaag. "Slachtoffers vechten nog elke dag tegen de concrete problemen waar ze voor staan", aldus de Belgische koning. "Samen met hen spreken we de wens uit dat het werk op het terrein sneller vooruitgang maakt, zodat elk slachtoffer zo snel mogelijk een veilig en warm thuis kan terugvinden."
In het huis van de getroffen Guiseppe Panepinto is duidelijk te zien dat hij voorlopig niet zal zal kunnen terugkeren. Maar met de hulp van een aantal Vlaamse vrijwilligers van 1000handen hoopt hij deze zomer wel weer thuis te kunnen wonen.
In de zomer meldden zich tienduizenden vrijwilligers bij het Rode Kruis en andere organisaties om te helpen in Wallonië. De solidariteit in België is nog altijd groot. Op Facebook zijn er nog altijd tientallen vrijwilligers initiatieven te vinden en gaan er wekelijks mensen naar het getroffen gebied.
De stichting 1000handen is een van de organisaties die actief is in de regio. "Het idee was om 500 vrijwilligers, 1000 handen, in een dag een heel dorp weer her op te bouwen, maar dat was een beetje al te optimistisch", zegt Guy van Nieuwenhuysen, bestuurslid van de organisatie. De stichting werd in september opgericht met als doel om na de crisis hulp juist helpende handen te bieden bij de wederopbouw van de getroffen dorpen.
Hulp uit alle hoeken
Zo hebben via de stichting de gemeente Turnhout en 3 omliggende gemeenten hun technisch personeel naar het Waalse drop Prayon gestuurd. Ook bedrijven Turnhout en omstreken werden opgetrommeld. Prayon maakt dankbaar gebruik van de hulp. Zo is een park opnieuw ingezaaid en een sportzaal herbouwd waar straks ook gedoucht en gekookt kan worden. "Het moet echt een gemeenschapshuis worden voor mensen die nog altijd op de eerste verdieping van hun huis wonen", zegt Van Nieuwenhuysen. van de 4 Vlaamse gemeenten. Maar vanwege de grote hoeveelheid werk dat verzet moet worden is de stichting nu ook actief in Chênée.
In tijden van nood bestaan er geen kleuren, bestaat er geen politiek en bestaat er geen taalgrens.
Ondanks de taalgrens die door België loopt, is de hulp uit Vlaanderen groot. "Misschien zijn we toch meer Belg dan we denken", zegt Van Nieuwenhuysen. Hij is blij dat er zoveel Vlamingen zijn die zich willen inzetten voor de Walen. "In tijden van nood bestaan er geen kleuren, bestaat er geen politiek en bestaat er geen taalgrens."
Marc van Winckel merkt veel van de dankbaarheid. Wekelijks rijdt hij vanuit Vlaanderen met een busje vol met levensmiddelen en andere spullen naar Wallonië. Deze keer rijdt hij door Chênée met onder andere warme kleding en eten. Hij is geëmotioneerd door de ellende waarin veel mensen daar nu leven maar ook door de inzet van de vele vrijwilligers. Om hen te bedanken deelt hij doosjes met bonbons aan hen uit.
Het grote aantal vrijwilligers is hartverwarmend maar het brengt ook problemen met zich mee. Doordat er veel kleine organisaties actief zijn en mensen zelfs op eigen initiatief naar de getroffen regio trekken is vrijwel geen regie op de wederopbouw. Zo komt het wel eens voor dat een groep mensen langs gaat om een huis te strippen terwijl dat een dag eerder al is gedaan door andere vrijwilligers van een andere organisatie.
Officieel zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de regie van deze hulp. Maar ook voor hen is het heel lastig. Veel gemeentepersoneel is zelf ook getroffen door de watersnood. En de afgelopen periode hebben zij naast het verlies van hun eigen woning ook de zorgen gehad voor de crisishulp en wederopbouw van de regio.
De Waalse minister-president liet van de zomer weten 2 miljard euro uit te trekken voor de wederopbouw. Ook verzekeraars hebben toegezegd snel en ruimhartig uit te keren. Maar door de grote vraag naar elektriciens, loodgieters en aannemers zijn de prijzen flink omhoog gegaan. Dus ondanks het gebrek aan regie door de vele vrijwilligers lijken deze mensen vooralsnog essentieel om het getroffen gebied weer bewoonbaar te krijgen.
Ook in het nabijgelegen Valkenburg kunnen veel mensen nog steeds niet naar huis: