Etappe 19: over het dak van de Tour naar Isola 2000, waar Pogacar zich thuis voelt
"Hebben we al besloten wat de koninginnenrit is? Wat mij betreft is het deze." Met die woorden gaf Tadej Pogacar het gisteren al aan: er staat vandaag iets heel moois te wachten in de Tour de France.
Met een sprintetappe en twee overgangsritten heeft het peloton de overstap van de Pyreneeën naar de Alpen volbracht. In het Zuidoosten van Frankrijk vindt het slotweekend plaats met twee loodzware bergetappes, gevolgd door de afsluitende tijdrit naar Nice.
De negentiende etappe is niet al te lang, vanuit startplaats Embrun is het 144,6 kilometer tot de finish.
Maar Pogacar kan wel eens gelijk hebben. Met 4.400 te bedwingen hoogtemeters dingt de etappe zeker mee naar de eretitel koninginnenrit. Dit zijn de beklimmingen:
- Col de Vars: 18.9 kilometer à 5.6% (buitencategorie)
- Cime de la Bonette: 23,1 kilometer à 6,8% (buitencategorie)
- Isola 2000: 16,1 kilometer à 7,1% (eerste categorie)
Bij de tweede klim, naar de Cime de la Bonette, wordt het hoogste punt van deze Tour bereikt. De weg leidt over de top (Cime) van de Col de la Bonette. De meest gangbare weg over de col zelf is ruim 2.700 meter hoog, maar het zijpad naar de top brengt de renners vanmiddag tot op 2.802 meter hoogte.
Nog voor dat klimgeweld ligt de tussensprint. Al na 21 nagenoeg vlakke kilometers zijn in Guillestre punten te verdienen voor de strijd om de groene trui. Maar is dat nog wel een strijd? Hoe gehavend hij ook is, Biniam Girmay zit stevig in het groen.
De voorsprong van de Eritreeër op naaste belager Jasper Philipsen bedraagt 33 punten. Bij de tussensprint kan de Belg maximaal 20 punten inlopen op Girmay.
Zaterdag en zondag is er voor de sprinters ook weinig te halen. Gedane zaak? Wel als Girmay zondag Nice haalt. "Ik hoop dat ik morgen een betere dag heb", zei hij nadat hij de achttiende etappe met pijnstillers uitreed.
Pogacar heeft zin in Isola
Terug naar het klimwerk. waar de geletruidrager in ieder geval veel zin in heeft. "Ik vind de Bonette heel leuk, het is een prachtige klim", zei Pogacar. "En dan Isola 2000, daar heb ik veel getraind. Ik kijk ernaar uit om daar te racen."
Skioord Isola 2000 is voor veel renners bekend terrein. Het is een populaire uitvalsbasis voor trainingskampen op hoogte. De Sloveen bereidde zich daar, na het winnen van de Giro, voor op de Tour.
"Ideaal, want er zijn ook wat Tourritten in die regio", zei Pogacar al toen hij te gast was in de podcast 'Watts Occurring' van Ineos-renner Geraint Thomas. "Jullie hebben het beste chalet daar gehuurd, zeker?", beet de Welshman hem toe.
"Daarom boeken we al in december", lachte Pogacar. Daar sloeg hij dus al de eerste slag. Met zijn ploeggenoten had hij het beste onderkomen in de bergen, nu heeft hij de beste benen van de Tour.
Defensief koersen?
Met een voorsprong van ruim drie minuten op Jonas Vingegaard begint de geletruidrager in luxepositie aan het slotweekend. Een aanval van Pogacar is nooit uit te sluiten, al hint hij inmiddels zelf ook al op de wijsheid van defensief rijden.
Ook Vingegaard en Remco Evenepoel, de derde man op het podium, zullen de knuppel niet zomaar in het hoenderhok gooien. De Deen van Visma kreeg woensdag een gevoelig tikje van Evenepoel.
"Een momentopname", oordeelde Visma-ploegleider Frans Maassen over die etappe bij de VRT. "Jonas is bij de drie besten, maar nu waren er drie beter."
Op zijn beurt zegt Evenepoel dat zijn derde plaats ook het verdedigen wel waard is. "De situatie aanvoelen en dan plannetjes bedenken", zei de Belg.
De enige renner die het juiste plannetje bedacht en zo een Tourrit won in Isola 2000 was Tony Rominger in 1993. En daarom, als vooruitblik op de etappe, een muzikale groet uit 1993: