Armenië heeft gevraagd om toezicht door de Verenigde Naties in de enclave Nagorno-Karabach. Sinds woensdag geldt daar formeel een staakt-het-vuren, maar Armenië vreest voor de veiligheid van de etnische Armeniërs in het gebied.
De Armeense minister van Buitenlandse Zaken deed de oproep in een toespraak tijdens de Algemene Vergadering van de VN in New York. "Nadat het ze niet gelukt was de genocide in Rwanda te voorkomen, hebben de Verenigde Naties een mechanisme ingesteld voor preventie, zodat 'dit nooit meer' een betekenisvolle belofte werd. Maar vandaag staan we aan de vooravond van een nieuwe mislukking", zei minister Ararat Mirzoyan.
'Grote bezorgdheid'
Op dinsdag zette Azerbeidzjan de aanval in tegen de etnisch-Armeense enclave en voerde luchtaanvallen uit. Zeker 200 mensen kwamen daarbij om het leven, zei een Armeense mensenrechtenfunctionaris. Azerbeidzjan eiste dat Armeense separatisten hun wapens zouden neerleggen. Met bemiddeling van Rusland, dat in het gebied aanwezig is als vredesmacht, werd een staakt-het-vuren afgekondigd.
De enclave ligt in Azerbeidzjan, maar wordt voornamelijk bevolkt door zo'n 120.000 etnische Armeniërs. Het gebied is al tientallen jaren een bron van spanning tussen de landen en heeft geleid tot meerdere oorlogen. De voorbije maanden blokkeerde Azerbeidzjan de toegang tot het gebied waardoor veel inwoners zonder voedsel en medicijnen kwamen te zitten.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken liet zaterdag weten met de Armeense premier Nikol Pashinyan te hebben gebeld en zijn "grote bezorgdheid" te hebben geuit over de etnische Armeniërs in Nagorno-Karabach.
Volgens Blinken oefent de VS druk uit op Azerbeidzjan "om de mensenrechten en fundamentele vrijheden van de inwoners van Nagorno-Karabach te respecteren", aldus een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken.