Wellicht acht sprints in Tour: Philipsen heeft streepje voor op Jakobsen en Groenewegen

• Bart van Dooijeweert

Hoewel de Tour de France dit jaar liefst 70 beklimmingen telt, is het zeker ook een ronde voor de rappe mannen. Minimaal vijf etappes (maar misschien zelfs wel acht) zullen waarschijnlijk in een massasprint eindigen.

Met Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen heeft Nederland zaterdag twee topsprinters aan het Grand Départ staan. Maar de concurrentie is aanzienlijk, met enkele geslepen routiniers, wat gevaarlijke outsiders en een aantal mannen die het van een lastigere aankomst moeten hebben.

We nemen ze straks uitgebreid door met oud-renner en NOS-analist Tom Veelers. Maar eerst een blik op de mogelijke sprintetappes.

Na de lastige openingsritten in het Baskenland is de derde etappe de eerste kans voor sprinters. In het begin van het parcours wordt er nog vier keer geklommen, maar de laatste 85 kilometer naar Bayonne zijn nagenoeg vlak. Een dag later volgt de op papier meest eenvoudige rit van de Tour (op de slotetappe in Parijs na) naar Nogaro. De finish ligt op een racecircuit.

De zevende rit naar Bordeaux is ook nagenoeg vlak. Mark Cavendish was in 2010 de laatste winnaar in de wijnstad. Een dag later is de etappe naar Limoges wat lastiger. Voor de pure sprinters waarschijnlijk te zwaar, maar mannen als Wout van Aert en Mads Pedersen zullen deze rit in hun agenda hebben omcirkeld.

In de tweede Tourweek is er maar één kans voor de sprinters. De elfde rit naar Moulins begint nog met enkele beklimmingen maar vlakt vervolgens af. De laatste 1,3 kilometer is kaarsrecht.

Voor de sprinters die de zware Alpenritten overleven, wachten nog drie kansen op dagsucces als beloning. De achttiende rit naar Bourg-en-Bresse staat weliswaar als heuvelrit in het Tourboek, maar mag voor de meeste sprinters geen probleem zijn.

Een dag later is de etappe naar Poligny wel behoorlijk heuvelachtig, met nog een klim van derde categorie op 30 kilometer van de meet. De laatste 7 kilometer gaan over een volledig rechte weg, wat absoluut in het voordeel is van de sprintersploegen.

En de 21ste rit tenslotte is de mooiste sprint van het jaar: op de Champs Élysées in Parijs.

De topsprinters

Er zijn maar drie sprinters in de Tour die dit jaar vijf zeges of meer op hun naam hebben staan: Fabio Jakobsen, Dylan Groenewegen en Jasper Philipsen. De Belg heeft in de ogen van Veelers een streepje voor op zijn Nederlandse concurrenten.

"Zijn ploeg Alpecin-Deceuninck is helemaal ingericht op de sprints. En met Mathieu van der Poel heeft Philipsen een superlead-out."

Hoe belangrijk een goede sprinttrein is, weet Veelers uit eigen ervaring. Hij reed de Tour driemaal tussen 2012 en 2014 en hielp sprinter Marcel Kittel in die periode aan liefst acht etappezeges.

"Ik zie bij Philipsen echt het heilige vuur om te willen winnen. Hij rijdt met het mes tussen de tanden. Bij Jakobsen en Groenewegen is het toch wat meer stuivertje wisselen. Ik heb de indruk dat de één altijd meer getergd is om te winnen na een zege van de ander."

Naast zijn sterke ploeg heeft Philipsen nog een voordeel op de twee Nederlanders. "Hij kan een wat lastiger parcours aan. Kijk maar naar zijn tweede plek in Parijs-Roubaix dit jaar", zegt Veelers.

De lastigere aankomsten

Op die wat lastigere parcoursen zal de concurrentie voor Philipsen uit een andere hoek komen. Van Van Aert bijvoorbeeld, die de laatste drie Tours steeds meerdere etappezeges boekte.

Het is overigens de vraag hoe lang Van Aert in de Tour is. Zijn zwangere vrouw is vlak na de Ronde van Frankrijk uitgerekend en de Belg van Jumbo-Visma wil bij de bevalling aanwezig zijn.

"Alles wat Van Aert wint, is een bonus voor Jumbo-Visma", zegt Veelers. "Bij die ploeg draait het om de gele trui met Jonas Vingegaard. Als Van Aert een rit wint, zal dat de druk binnen de ploeg een beetje weghalen."

Andere renners voor de wat lastigere sprints zijn de Deense oud-wereldkampioen Mads Pedersen, Tour-debutant Biniam Girmay uit Eritrea en misschien ook wel Julian Alaphilippe. "Zij hebben misschien niet de pure snelheid voor een vlakke massaspint. Maar in een uitgedund peloton kunnen zij wel winnen", aldus Veelers.

De routiniers

Veel ogen zullen tijdens de Tour gericht zijn op Mark Cavendish. De Brit deelt het recordaantal etappezeges met wielerlegende Eddy Merckx. Er is hem op zijn 38ste alles aan gelegen om de 35ste etappezege te boeken.

Op zijn oude dag is 'Cav' niet zo snel meer als vroeger. Maar met een overwinning in de slotrit van de Giro d'Italia liet hij eerder dit jaar zien dat hij nog steeds kan winnen.

"Als je meedoet in de sprint, dan kun je winnen", zegt Veelers. "Cavendish kan nog steeds een heel hoge topsnelheid halen en moet zich gewoon in de mengelmoes van de sprints gaan gooien."

De juiste positie kiezen is daarbij belangrijk. "Met Cees Bol heeft hij bij Astana een hele enthousiaste lead-out. Als de topsprinters net een plekje of twee te ver van achter zitten als ze de sprint aangaan, kan Cavendish ze kloppen."

Net als Cavendish is ook Peter Sagan bezig aan zijn laatste jaar als profrenner. "Ik denk niet dat hij nog kan winnen. Een paar keer in de top vijf is het maximale", zegt Veelers over de zevenvoudig groenetruiwinnaar.

De outsiders

Vanwege de vele kansen voor de sprinters neemt menig ploeg een snelle man mee naar de Tour. Ook sprinters van de tweede lijn, die op een goede dag kunnen verrassen.

Caleb Ewan won al vijf keer een Touretappe, maar de laatste twee jaar kwam de Australiër niet verder dan een schamele achtste plaats. Veelers: "Hij zal het deze Tour van de lastigere aankomsten moeten hebben."

Het Nederlandse DSM-Firmenich heeft met de Australiër Sam Welsford ook zo'n outsider in de gelederen. "Als DSM de sprinttrein goed op de rails krijgt, zou hij op de makkelijkere dagen kunnen winnen", voorspelt Veelers.

Ook de Belg Jordi Meeus is een Tourdebutant. Hij krijgt bij BORA-hansgrohe de voorkeur boven de Ier Sam Bennett. Veelers: "Met Danny van Poppel heeft BORA nog een snelle Nederlander mee. In de wat lastigere ritten mag hij misschien voor zijn kans gaan."

Vorig jaar wonnen Fabio Jakobsen en Dylan Groenewegen de tweede en de derde etappe in de Tour de France: