Lamborghini Van der Poel is terug in koers, met plannen: 'Dromen over geel kan altijd'
Twee jaar geleden straalde Mathieu van der Poel van oor tot oor op de Mûr-de-Bretagne. Met een vinger in de lucht kwam hij als winnaar over de streep. Opa 'Poupou' zag vanuit de hemel dat het goed was.
Het eerbetoon aan zijn kort daarvoor overleden opa, de Franse publiekslieveling Raymond Poulidor, was puur en raakte iedere wielerliefhebber recht in het hart. Net als de stralende glimlach toen Van der Poel zijn eerste gele trui mocht aantrekken.
Dat is nu ook weer het doel als de Tour de France over een maand van start gaat in Baskenland. Eenvoudig wordt dat niet, want al in de eerste etappe krijgen de renners 3.300 hoogtemeters voorgeschoteld. En dan ook nog van die steile Baskische muurtjes.
Normaal gesproken net iets te lang en te zwaar voor een klassieke renner als Van der Poel. "Het geel? Dat zal moeilijk worden", antwoordt Van der Poel zelf. "Maar er valt altijd iets te dromen."
1-MVDP-1
In 2020 nam Van der Poel de leiderstrui in de Tour over van Julian Alaphilippe, die afgelopen week in het Critérium du Dauphiné weer sporen van een tweevoudig wereldkampioen liet zien. De Fransman koos voor de Dauphiné om sterker te worden bergop in een veld met wereldtoppers.
Van der Poel sloeg een andere route in. Zijn klimkilometers maakte hij op trainingskamp in La Plagne. Koershardheid wil hij opdoen in de Ronde van België (vanaf woensdag) en het Nederlands kampioenschap in Zuid-Limburg (25 juni).
Koersen waar hij zelf heen kan rijden in zijn zwarte Lamborghini. '1-MVDP-1' staat op zijn Belgische nummerplaat.
"Ik heb een perfecte voorbereiding gehad", vertelt Van der Poel over de afgelopen weken, waarin hij behalve op hoogte in La Plagne ook in onder meer Spanje de basis legde voor de tweede helft van zijn seizoen.
"Het is een beetje aftellen naar de Tour al. Ik kijk ook uit naar de Ronde van België, maar uiteindelijk hebben we al dat werk gedaan met het oog op de Tour. Hoe ik getraind heb? Hard. Maar dat doet iedereen."
Ook maar een mens
Maar ook Van der Poel is maar een mens. Een bijzondere renner, die tegenkomt wat elke wielerprof tegenkomt. Dat bleek zaterdag bij zijn rentree in de Ronde van het Hageland, de eerste koers op zijn programma sinds zijn zege in Parijs-Roubaix.
De beelden van de gravelwegen van Vlaams-Brabant en Belgisch Limburg deden af en toe denken aan die stoffige Hel van het Noorden in april. Zeker toen Van der Poel op 75 kilometer al solo in de aanval ging, het hoofd diep tussen zijn schouders, de brede rug gebogen als een kat.
Maar dit keer leidde zijn aanval nergens toe. En in de slotfase reed hij ook nog lek. Hij moest zijn geduld bewaren toen de neutrale wagen een wiel aanreikte en wisselde daarna nóg twee keer van fiets.
En nog hielden de commentatoren rekening met een ultieme uitbarsting die hem alsnog de zege zou opleveren. Die kwam niet. Van der Poel is ook maar een mens.
"Er was niet veel aan te doen", berustte Van der Poel, die uiteindelijk als dertiende over de meet kwam, na afloop in zijn lot. "Als je op zo'n moment lek rijdt, weet je dat het gedaan is. Ik moest een serieus gat dichten en toen ik terugkwam, was het beste er al een beetje vanaf. Ik voelde me best oké. De belangrijkste doelen moeten nog komen."
Aan motivatie geen gebrek bij Van der Poel. Maar het kan ook weleens te veel worden. Om zijn kwetsbare rug te ontzien zit hij tegenwoordig vaker in de gym. En zijn wedstrijddagen - in het veld, op de weg en op de mountainbike - zijn beperkt.
Met slechts twintig wedstrijddagen wil hij zich op 1 juli melden in Bilbao voor Le Grand Départ. "Ik ga voor ritzeges. En Jasper Philipsen heeft aangegeven dat hij ook wel voor de groene trui zou willen gaan. Daar kan ik hem bij helpen. Uitrijden is geen doel op zich, maar ik hoop wel tot Parijs te gaan. Dat zou normaal gezien geen probleem moeten zijn."
Of er veel kansen zijn op een ritzege? "Ik heb het routeboek nog niet tot in detail bekeken. Uiteraard zijn de eerste dagen belangrijk, maar dat wordt ook een beetje kantje boord voor klassieke renners. Maar je weet nooit wat er gebeurt."
WK op de weg én op de mountainbike
Overdreven veel wedstrijden rijdt Van der Poel niet, maar waar hij opstapt, wil hij meedoen voor de winst. Less is more. Behalve dan bij de wereldkampioenschappen in Glasgow, slechts twee weken na de Tour. Daar zal hij kopman zijn van de Nederlandse wegploeg en een weekje later zijn eerste mountainbikewedstrijd rijden.
"Ik heb in Spanje contact gehad met bondscoach Gerben de Knegt en wat afwegingen gemaakt. Want ik zou toch graag naar die Spelen in Parijs willen gaan. Ik zal geen voorbereiding hebben op de mountainbike, maar normaal gezien wel in een goede conditie zijn. Het is ook niet zo dat ik móet winnen om me te kwalificeren. Dus we gaan kijken wat er uit de bus komt."
En dan is er ook nog het NK wielrennen (25 juni in Sittard-Geleen), waar Van der Poel voor de derde keer het roodwitblauw hoopt te veroveren. Bovendien heeft hij de laatste weken vaker op zijn tijdritfiets gezeten.
Zit het NK tijdrijden (21 juni in Nunspeet) ook in zijn hoofd? "Niet zozeer. Eerst maar eens kijken hoe het in de Ronde van België gaat. Op zich zou het kunnen, het past in de planning. Maar of ik het wel of niet ga doen, dat weet ik niet."
De 'nieuwe' Van der Poel doet niet meer zomaar mee. Hij wil winnen.