Littekens van etnisch geweld in Darfur opengereten: 'Ze komen de genocide afmaken'
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Elles van Gelder
correspondent Afrika
Twintig jaar na een massamoord in de Sudanese regio Darfur komen er weer gruwelijke getuigenissen naar buiten van etnisch geweld. De VN meldde deze week dat er mogelijk dertien massagraven zijn rondom een stad in West-Darfur, vlakbij de grens met Tsjaad. Ondertussen zijn er ook grootschalige bombardementen door het land, waarbij tientallen burgerslachtoffers vallen.
Het heeft geleid tot de grootste vluchtelingenstroom ter wereld. Intern zijn er ruim zeven miljoen mensen op de vlucht, en ruim een miljoen Sudanezen heeft het land verlaten. Van hen zijn er 400.000 naar buurland Tsjaad gevlucht. Zoals Hatim Abdallah. Met stro, takken, doeken en zeiltjes heeft hij een nieuw huis gebouwd net over de grens met Sudan in het stadje Adré.
Net zoals veel anderen in het kamp komt hij uit El Geneina, de hoofdstad van West-Darfur, slechts dertig kilometer van deze grens. "Ik heb veel doden gedragen", vertelt Abdallah, die zichzelf activist noemt en voor verschillende internationale organisaties heeft gewerkt. "Niet alleen volwassenen maar ook kinderen. De RSF kwam en belegerde onze stad, ze moordden en verkrachtten. Zelf stond ik op een executielijst."
Sinds medio april is er een strijd gaande in Sudan tussen twee generaals, de ene van de milities van de RSF en de andere van het reguliere leger. Beiden willen de macht hebben over het land. Burgers worden slachtoffer van die gevechten, van het artillerievuur en bombardementen in onder meer de hoofdstad Khartoem, maar ook in de regio Darfur. Zo zet het leger volgens een verklaring van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken in de stad Nyala barrel bombs in, goedkope en dodelijke bommen, die niet precies zijn en al tot tientallen doden leidden.
Aanval op etniciteit
Naast gevechten tussen het leger en de RSF-milities, gebeurt er in Darfur ook iets anders: aanvallen op burgers vanwege hun etniciteit. Er zijn getuigenissen dat de RSF en daaraan gelieerde Arabisch-Sudanese milities specifiek zoeken naar lokale leiders, zoals Abdallah, maar ook dat ze het gemunt hebben op alle burgers van Afrikaans-Sudanese afkomst. Vooral mensen uit de stad El Geneina vertellen over grootschalig geweld, de meesten vluchtten naar Tsjaad in juni na een lange belegering van de stad.
Correspondent Elles van Gelder en cameraman Sven Torfinn reisden naar de grens tussen Tsjaad en Sudan om de verhalen van vluchtelingen op te tekenen:
Op een matje voor een hut vallen vrouwen elkaar huilend in de armen. Ze zijn zonder mannen, die zijn allemaal gedood. Een van de vrouwen knikt naar haar neefje. "De enige reden dat hij het heeft gered, is omdat we hem onder onze rokken verstopten bij wegversperringen van de milities terwijl we vluchtten naar Tsjaad", vertelt zijn tante.
Het jochie had geluk omdat zijn moeder en tantes dienden als menselijk schild. Hoeveel mensen er gedood zijn, valt niet te zeggen. Lokale leiders houden het op duizenden doden, en een lokaal radiostation uit Darfur heeft het over ruim 10.000. "Niemand weet het", zegt Abdallah. "Het kunnen er vele malen meer zijn. Er zijn massagraven."
Internationale pogingen om het conflict te stoppen zijn mislukt. Er zijn vele bestanden afgesproken, die allemaal zijn verbroken. De aanklager van het Internationaal Strafhof, Karim Khan, waarschuwde maanden geleden al dat er een risico is op een herhaling van de geschiedenis in Darfur. Ook de VN-adviseur voor de preventie van genocide heeft voor snelle actie gepleit.
Maar alarmbellen lijken er internationaal nog niet af te gaan. "Ze komen het plan afmaken dat ze twintig jaar geleden zijn begonnen," denkt ook Abdallah. "Het geweld is nooit helemaal opgehouden, en niemand is bestraft."
Zelf vreest hij nog steeds voor zijn leven, zo dicht bij de poreuze grens, waar ze de gevechten soms kunnen horen. "Moeten er duizenden mensen sterven vanwege deze machtsstrijd? Het is een schande."