In het grensgebied tussen Syrië en Turkije heeft gisteren opnieuw een zware aardbeving plaatsgevonden, gevolgd door een naschok. Daarbij zijn volgens de autoriteiten in het Turkse deel zeker zes doden gevallen. Aan de Syrische kant zijn er volgens het Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten vijf doden en meer dan 500 gewonden.
De beving had een kracht van 6,4. In de regio waren twee weken geleden verwoestende bevingen, waarvan de eerste een kracht had van 7,8. Hierbij zijn tot nu toe ruim 45.000 mensen om het leven gekomen.
Journalist Bram Vermeulen is in de Turkse stad Adana, dat een paar honderd kilometer van de zwaar getroffen provincie Hatay afligt. "Ook hier is de beving in de hele stad gevoeld, mensen kozen ervoor om buiten op straat in de parken te slapen of in de lobby's van hotels die bekend staan als aardbevingsbestendig", zegt Vermeulen in het NOS Radio 1 Journaal.
De programmamaker zegt dat mensen in Adana, dat gedeeltelijk getroffen is, bang zijn dat het de volgende stad is die zwaar getroffen wordt. "De impact is heel groot, mensen voelen zich nergens nog veilig. Geologen hier zeggen dat deze aardbeving compleet nieuw is en van een andere breuklijn. Dat maakt het angstig."
De beving van 6,4 is zelfs voor Turkse begrippen een ontzettend zware beving, stelt Vermeulen. "Een grote zorg is dat dit een kettingreactie in gang heeft gezet."
'Men wil rust'
De hulpverlening in de getroffen gebieden is na twee weken nog altijd in volle gang. Reddingwerkers van over de hele wereld zijn hier bezig, maar de nieuwe aardbeving betekent nog meer druk op de hulpverlening. "In ieder geval twee ziekenhuizen die na de beving van 6 februari nog gebruikt konden worden, zijn gisteravond ontruimd", zegt Vermeulen, die in het verleden Turkije-correspondent was.
"De aardbeving bemoeilijkt de hulpverlening en de volgende fase. Men wil gewoon rust, maar die rust is er nog lang niet."
Inwoners van de Syrische stad Azaz sliepen vannacht buiten. "Iedereen was in paniek", vertellen ze voor de camera: