Vrieskou in rampgebied hindert hulpverleners in race tegen de klok
In een race tegen de klok proberen reddingswerkers mensen onder het puin vandaan te krijgen na de zware aardbevingen in Turkije en Syrië. De winterse omstandigheden hinderen de reddingswerkers en verkleinen de overlevingskans voor mensen die nog onder het puin liggen. Het vriest in het rampgebied en er ligt sneeuw.
Huizen en flatgebouwen zijn verwoest en ook scholen en ziekenhuizen hebben schade. Alleen al in Turkije zijn zeker 6000 gebouwen ingestort. Er zijn nog steeds naschokken die leiden tot instortingsgevaar van beschadigde gebouwen.
Hulpverleners hebben ook last van het winterweer bij het afleveren van hulpgoederen. Mensen die hun huis kwijt zijn, verkeren in barre omstandigheden, vaak zonder eten en drinken, warme kleding of een dak boven hun hoofd. Sommige gebieden zijn nog helemaal niet bereikt.
Vertraging
Vanuit de hele wereld wordt hulp aangeboden, in de vorm van reddingswerkers, medisch personeel en hulpgoederen. Dat wordt vooral naar Adana in Turkije gebracht. De luchthaven kan de stroom vliegtuigen niet aan, waardoor vluchten vertraging oplopen.
Ook het Nederlandse Urban Search and Rescue-team (USAR) had daarmee te maken. Het team arriveerde op de luchthaven van Adana, maar het tweede toestel, waar het materieel in zat, werd omgeleid naar Antalya. Later op de dag arriveerde het alsnog in Adana, waarna het team van 65 man en acht reddingshonden kon afreizen naar het aardbevingsgebied.
Het slaat op verzoek van de Turkse autoriteiten zijn tenten op in de regio Hatay in het zuiden, niet ver van de Syrische grens.
Behoefte aan alles
Organisaties die al werkzaam zijn in Turkije en Syrië, zoals UNHCR, Unicef en de Syrian American Medical Society, roepen op geld te doneren voor medische hulpmiddelen. Ook is er behoefte aan thermische dekens, matrassen, mobiele keukens, plastic zeilen, jerrycans en winterkleding. De vrijwilligersorganisatie Witte Helmen in Syrisch rebellengebied vraagt vooral om reddingsteams. Daar liggen nog honderden mensen onder het puin.
De Turkse Rode Halve Maan heeft meer dan 240 hulpverleners en honderden vrijwilligers in de regio, die proberen zoveel mogelijk mensen van eten, drinken en tenten te voorzien. Ook worden mensen opgeroepen om bloed te doneren.
De omstandigheden waaronder hulp moet worden verleend, verschillen in de drie getroffen gebieden. In Turkije zijn sommige gebieden moeilijk te bereiken en zijn verbindingen verbroken. In Syrië ligt een deel in regeringsgebied en een deel in gebied dat in handen is van de oppositie. Dat maakt dat er geen gecoördineerde hulpverlening is. Ook kan niet tussen de twee gebieden worden gereisd.
In Jindiris, een van de zwaarst getroffen plekken in Syrië, werd een pasgeboren baby uit het puin gered, de moeder overleefde het niet:
Volgens Midden-Oostencorrespondent Daisy Mohr is het rampgebied in Syrië moeilijk te bereiken, onder meer door de oorlog. Bondgenoten van president Assad sturen hulp, zoals Iran, Rusland, Algerije en Irak.
Hulp bieden in het oppositiegebied is lastig, omdat de route door het aardbevingsgebied in Turkije voert en de weg vanuit Libanon vrijwel onbegaanbaar is door hevige sneeuwval. De omvang van de ramp in dat gebied is onduidelijk, er worden geen internationale media toegelaten.
Crisis op crisis
Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn 23 miljoen mensen getroffen door de aardbeving, onder wie 1,4 miljoen kinderen. De afdeling rampenbestrijding verwacht dat de vraag om hulp op de korte en middellange termijn in Syrië groter zal zijn dan in Turkije, vanwege de humanitaire crisis die er al jarenlang is door de burgeroorlog.
"Dit is een crisis boven op meerdere crises in de getroffen regio", zegt de WHO. "In Syrië zijn de behoeften het grootst na bijna 12 jaar complexe crisis, terwijl er steeds minder geld voor is."
WHO-topman Tedros is erg bezorgd over gebieden waarover nog niets naar buiten is gekomen. "Het in kaart brengen van de schade helpt ons om te bepalen waar we onze aandacht op moeten richten", zegt hij.