Uit de hele wereld zijn reddingsteams onderweg naar of inmiddels gearriveerd in het rampgebied in Turkije en Syrië, waar gevreesd wordt dat nog talloze mensen bedolven liggen onder ingestorte gebouwen. De Turkse regering meldt dat bijna alle getroffen gebieden bereikt zijn door reddingswerkers, maar dat versterkingen nodig zijn om zo snel mogelijk burgers onder het puin vandaan te halen.
Ook de autoriteiten in rebellengebied in Noord-Syrië vragen hulporganisaties, de Verenigde Naties en landen om hulp in de nasleep van de zware bevingen. Er is grote behoefte aan noodhulp, reddingswerkers en vooral zwaar materieel. Op beelden is te zien hoe mensen met hamers en blote handen het ingestorte beton proberen weg te halen.
Voor de inwoners van het getroffen gebied in Noord-Syrië betekent de aardbeving een ramp bovenop een ramp: in het land woedt al jaren een burgeroorlog. Veel gebouwen waren al beschadigd door beschietingen en bombardementen door het Syrische leger en de Russische luchtmacht.
Ook in het gebied dat onder controle staat van de regering in Damascus wordt nog koortsachtig gezocht naar overlevenden in het puin. Russische militairen die in het Syrië van president Assad gelegerd zijn, helpen al mee. Ze krijgen waarschijnlijk snel hulp van ingevlogen landgenoten. De Russen hebben overigens ook de Turken hulp aangeboden.
Nederlandse reddingswerkers en honden
Het Nederlandse zoek- en reddingsteam USAR is vertrokken naar Turkije. Er zijn 65 mensen mee en acht reddingshonden. Het toestel landt vanavond laat op de luchthaven van Adana, in het zuiden van het land. Daarna moet er lokaal vervoer geregeld worden om naar de getroffen gebieden te reizen.
Er is ook een toestel van Defensie onderweg naar Turkije met 15 ton reddingsmiddelen. Het gaat onder meer om gereedschap om door gewapend beton te boren, microfoons om mensen te zoeken onder puinbergen en materiaal om van grote hoogte te kunnen afdalen.
Hulp voor het rampgebied is onderweg vanuit alle delen van de wereld:
Naast de beelden van ingestorte gebouwen en andere ellende laat de internationale reactie op de natuurramp ook lichtpuntjes zien. Tussen twee aartsvijanden bijvoorbeeld: een eerste team van 21 Griekse reddingswerkers en twee speurhonden is inmiddels actief in Turkije, na een gesprek tussen de Griekse premier Mitsotakis en de Turkse president Erdogan.
Mitsotakis bood daarin onmiddellijke hulp aan en volgens Athene heeft Erdogan hem daarvoor bedankt. Het was een zeldzaam teken van goede wil tussen de buurlanden, die op gespannen voet met elkaar staan. Ook uit Libanon komt hulp: het land dat in een enorme politieke en economische crisis zit, stuurt militairen en brandweermensen naar Turkije.
Hulp vanuit de ruimte
Gespecialiseerde teams uit onder meer Amerika, Israël, Groot-Brittannië, Frankrijk, Japan, Zwitserland, Spanje, Oostenrijk en Duitsland zijn ook onderweg naar Turkije. En de Europese Unie helpt de Turken vanuit de ruimte. Satellieten van het Europese Copernicusprogramma maken gedetailleerde kaarten van het rampgebied, zodat hulpverleners op de grond naar de juiste plekken kunnen gaan.