Syrische Nederlanders bezorgd over familie: 'Het vriest en ze slapen in de auto'
Petra Steenhoff
redacteur Online
Petra Steenhoff
redacteur Online
Syrische Nederlanders maken zich zorgen over familie en vrienden die in het getroffen gebied in het noorden van Syrië en in Turkije leven. Door de zeker twee zware aardbevingen en tientallen naschokken zijn duizenden mensen op straat komen te staan.
Vaak is hun huis verwoest of ze durven uit angst voor nieuwe bevingen en naschokken niet meer binnen te slapen. Met temperaturen rond het vriespunt is het op het ogenblik erg koud in het gebied en in Syrië komt op sommige plekken de hulp maar mondjesmaat op gang. Een groot deel van het rampgebied staat niet onder controle van de regering. In Syrië woedt al ruim tien jaar een burgeroorlog.
De Utrechter Rami Ramou is dan ook erg bezorgd over de situatie. Hij heeft familie wonen in het getroffen gebied. Met zijn broer die in de Turkse stad Hatay woont, had hij gisteren contact. De broer was met zijn gezin de auto ingesprongen om te vluchten voor het natuurgeweld, maar hij kwam niet weg omdat door de aardbeving veel wegen zijn verwoest.
Op deze dronebeelden uit Hatay zijn de verwoestingen goed te zien:
"Zijn gezin heeft de nacht in de auto moeten doorbrengen", vertelt hij. "Ook hebben sommigen kunnen slapen in de school waar zijn vrouw lesgeeft." Sindsdien heeft hij geen contact meer kunnen krijgen. "Misschien is zijn telefoon leeg of is er geen internet."
Zijn zus en haar gezin wonen in de Syrische stad Latakia. Ze bleven ongedeerd door de aardbeving. "Ze zijn nu verhuisd naar het huis van haar tante, waar het veiliger is. Mijn zus woont in een appartement en haar tante in een huis met een tuin. Daar kan je ook naar buiten rennen als er weer een naschok is."
Met het Syrisch Comité, een kleine stichting, probeert hij geld in te zamelen voor hulp aan mensen in Noordwest-Syrië. "We kijken wat nu het meest nodig is, vooral kant-en-klaar eten en warme slaapzakken."
Nog zwaarder leven
Maastrichtenaar Mahran Oufan heeft een zus en een schoonzus in Osmaniye in Turkije. "Het was als Syrische vluchteling in Turkije sowieso al een zwaar leven en de aardbeving heeft dat nog zwaarder gemaakt", zegt hij. Zijn familieleden zijn lichamelijk in orde, maar wel ontheemd.
"Het huis is beschadigd en daar kunnen ze niet meer in tot het door de overheid is gecontroleerd op veiligheid", zegt hij. "Gisteren hebben ze geprobeerd een slaapplek te vinden in een sportzaal, maar daar was het heel druk, niet oké. Ze hebben toen een tijd lang in de auto gezeten en konden daarna terecht bij kennissen."
Ook voor de familie in Nederland is het moeilijk, zegt hij. "Je blijft altijd nadenken over de situatie. Hoe zwaar het is, hoe moeilijk het is. En nu opeens is alles kapot en is het nog veel zwaarder geworden."
Elke minuut komen er veel doden onder het puin vandaan. En niemand kan iets doen.
In Noord-Syrië is de situatie nog slechter, zegt hij. "Daar is het heel moeilijk om hulp te verlenen. Er zijn wel graafmachines, maar er is geen brandstof om de machines te starten. Het Rode Kruis kan er wel komen, maar de ziekenhuizen zijn vol en er is sowieso bijna geen enkel goed ziekenhuis in de buurt."
"In Turkije komt wel wat hulp op gang, maar in Noord-Syrië zeker niet", zegt Oufan. "Elke minuut komen er veel doden onder het puin vandaan. En niemand kan iets doen."
Tentenkamp blijkt redding
Ook journalist Ahmed Al Oqda uit Deventer maakt zich zorgen over zijn Syrische familie en vrienden in het rampgebied in Turkije en Syrië. "Het is afschuwelijk", zegt hij geëmotioneerd. "Veel vrienden zijn waarschijnlijk dood. Ze woonden in een appartementencomplex dat is ingestort en niemand kan ze vinden."
Het wrange is dat in Noord-Syrië veel mensen al jarenlang in tentenkampen wonen. "En nu blijkt dat hun redding te zijn geweest. Het heeft waarschijnlijk hun leven gered." Hij heeft gehoord dat de tentenkampbewoners nu ontheemden opvangen.
Zijn familie heeft het natuurgeweld overleefd, maar moest de nacht buiten en in de auto doorbrengen. "Ze zijn bang dat het huis zal instorten bij een volgende schok. Maar nu zijn ze toch weer naar binnengegaan omdat ze bang zijn dat ze anders zullen doodvriezen. Het is voor iedereen een groot trauma."