Hoe vaak zou de op donderdag overleden Pelé gewild hebben dat hij niet begiftigd was met dat enorme voetbaltalent? Dat hij als 17-jarig jochie, naïef en onbevangen, niet geschitterd had op het WK van 1958? Dat hij niet die wondergoal had gemaakt in de finale tegen Zweden?
Die dag wordt Pelé veroordeeld tot een leven in de schijnwerpers. Hij wordt publiek bezit. Letterlijk, zelfs. Als rond 1960 Europese topclubs als Real Madrid, Juventus en Internazionale informeren naar zijn diensten, grijpt de politiek in.
Wetsvoorstel
President Jânio Quadros, wiens populariteit door een landelijk bikiniverbod toch al door de ondergrens gezakt was, drukt een wetsvoorstel door het parlement, dat het Pelé onmogelijk maakt om het land te verlaten.
De pas 20-jarige Pelé wordt verklaard tot 'Braziliaans nationaal erfgoed' en hoewel Quadros een paar maanden later al afscheid moet nemen van het pluche, komt het bij geen van zijn opvolgers op om die status te wijzigen.
Het WK van 1970 wil hij eigenlijk helemaal niet spelen. Hij voelt zich gebruikt door het generaalsregime, dat in 1964 via een coup aan de macht kwam en meteen begon met het neerslaan van de oppositie.
Zoals de democratische voorgangers Pelé koesteren als 'nationaal erfgoed', zo denkt ook Emilio Garrastazu Médici het besmeurde imago op te kunnen poetsen met de geliefde voetballer. Pelé zit klem en laat zich veelvuldig fotograferen, of hij het nu wil of niet. Het wordt hem niet door iedereen in dank afgenomen.
Toch reist hij af naar Mexico. Daar wacht hem een gevangenisbestaan. De Mexicaanse politie zou lucht hebben gekregen van plannen uit links-radicale hoek om de Braziliaanse superster te ontvoeren. Buiten de wedstrijden leeft Pelé achter gesloten deuren, binnen het veld toont hij zijn klasse.
Pelé geeft Brazilië kleur
Voor het Braziliaanse volk is de betekenis van dit toernooi vele malen groter dan alleen de wereldtitel. Voor het eerst is heel de wereld getuige van de briljante acties in kanariegele shirts, want het WK in Mexico is het eerste dat in kleur wordt uitgezonden.
In de verdeelde dictatuur van Brazilië koesteren de mensen het shirt, alsof het is heroverd op de junta. En grote groepen achtergestelden, waaronder veel arme en gekleurde Brazilianen, voelen zich gesterkt door Pelé.
In eigen land heeft hij een haast goddelijke status. Maar ook buiten de landsgrenzen is de goedlachse Pelé altijd een attractie geweest.
Al in de jaren vijftig tourt hij met Santos en Brazilië door Europa om zijn kunsten te tonen. De Braziliaanse balkunstenaars trekken veel bekijks en niet alleen vanwege het voetbaltalent.
"Bij het WK in Zweden wilden kinderen voortdurend mijn gezicht aanraken", vertelt hij in de documentaire 'Pelé', "wachten tot de schmink eraf ging. Ze hadden nog nooit een donker iemand gezien."
Pelé in Nederland
Dankzij Pelé voelen veel zwarte Brazilianen zich gesterkt, al speelt huidskleur voor hemzelf niet zo'n grote rol. Hij is een rolmodel, geliefd bij iedereen. Hij is de eerste voetbalmiljonair.
De biografische film 'O Rei Pelé' uit 1965 trekt volle zalen. En het publiek smult van zijn huwelijk met het witte meisje Rosemeri dos Reis Cholbi in 1966, een van de eerste grote mediamomenten van het moderne Brazilië.
Ook het Nederlandse publiek krijgt in die jaren een glimp te zien van Pelé. De belangstelling voor de oefenduels in Enschede, Groningen en het Olympisch Stadion is enorm.
Meestal wint Pelé, maar niet altijd.
In 2015 blikten Bennie Muller en de inmiddels overleden Eddy Pieters Graafland terug naar hoe zij ooit tegen Pelé speelden:
In 1975 gaat Pelé toch buiten de landsgrenzen voetballen. Hij is zelfs even in beeld om voor Feyenoord te gaan spelen, maar Pelé tekent voor New York Cosmos. In New York is hij meer ambassadeur voor de New Yorkse jetset dan voetballer.
In zijn derde en laatste seizoen in de VS wordt Pelé, met Franz Beckenbauer en Carlos Alberto aan zijn zijde, nog een keer kampioen. Het is zijn veertigste titel in totaal.
Schijnwerpers
Pelé stopt als voetballer, maar hij verdwijnt niet uit de schijnwerpers. Zo reist hij in 1976 naar Nigeria in opdracht van een wereldwijd colamerk en komt daar samen met tennissers Arthur Ashe en Tom Okker terecht in een coup.
Pelé is de militairen te slim af en ontsnapt door zich te verkleden als piloot.
Zijn acteertalent komt ook van pas in tientallen films en televisieseries. In de oorlogsfilm 'Escape to Victory' uit 1981 acteert hij naast Sylvester Stallone, Michael Caine, Bobby Moore, Paul Van Himst en oud-Ajacied Co Prins.
Als ambassadeur van allerlei goede doelen en minstens zoveel commerciële ondernemingen blijft hij na zijn loopbaan de wereld over reizen. Hij is een graag geziene gast bij de groten der aarde; presidenten en koningshuizen. In Brazilië is Pelé zelfs even buitengewoon minister van sport en ambassadeur van de Olympische Spelen in 2016 in Rio de Janeiro.
Vuile handen
Maar hij vliegt ook weleens uit de bocht. Pelé is goedgelovig en is zelden te beroerd om zich - meestal tegen betaling - te laten zien. Veel Brazilianen zijn geschokt als in 2001 zijn bedrijven betrokken zouden zijn bij verduistering, zeker nadat hij zelf de Braziliaanse voetbalbond van corruptie had beschuldigd. "Pelé heeft zijn ziel verkocht aan de duivel", schrijven de kranten.
Hij is een medestander van de linkse presidenten Lula en Dilma Rousseff en roept in aanloop naar het WK van 2014 in eigen land demonstranten - woedend vanwege de geldverslindende organisatie - op om thuis te blijven.
Toch wil iedereen met hem op de foto. Onder hen de Russische president Vladimir Poetin.
"Ik had altijd een deur die openstond. Dat weet iedereen", vertelt Pelé later over zijn vaak ongemakkelijke relatie met de machthebbers. "Ook als het slecht was."
Na de Russische invasie in Oekraïne publiceert hij via Instagram een open brief aan Poetin, waarin hij de invasie 'kwaadaardig' en 'ongerechtvaardigd' noemt. Die oorlog heeft hij niet kunnen stoppen.
'Geen Superman'
De roem en invloed van Pelé reikt ver, maar ook weer niet zo ver. Roem die hij omarmt vanaf zijn 17de, al was het tegen wil en dank.
Een van zijn voormalige ploeggenoten, Paulo Cezar Lima, verweet hem dat hij zich gedroeg als "oom Tom, de onderdanige zwarte man die alles maar aanvaardt".
"Als ik zou zeggen dat ik niets wist van de martelingen, zou ik liegen. We hoorden veel dingen. Er werd altijd verwacht dat ik een kant koos", vertelt Pelé jaren later. "Ik denk niet dat ik het anders had kunnen doen. Dat ging niet. Ik ben een Braziliaan, wil het beste voor mijn volk."
"Ik was geen Superman, geen tovenaar", blikt hij terug, toen al zijn woorden kiezend in de verleden tijd. "Ik was een normaal mens, dat van God talent voor voetbal had gekregen."