NOS Nieuws

Een vergeten groep slachtoffers: 'asocialen' in Tweede Wereldoorlog

  • Shirley Drost

  • Shirley Drost

Het was lang een vergeten groep slachtoffers: mensen die door de nazi's werden bestempeld als 'asociaal' en naar concentratiekampen werden gedeporteerd. In de kampen waren deze mensen te herkennen aan een zwarte driehoek op hun kleding.

Vandaag verschijnt er een boek over de vervolging van deze groep, getiteld De Zwarte Driehoek: De geschiedenis van de als 'asociaal' vervolgden, 1933-1945. Het boek gaat gepaard met een expositie in het Vrijheidsmuseum in Groesbeek.

In Duitsland vanaf 1933 en in Nederland vanaf 1940 werden 'asocialen' opgepakt en naar kampen gestuurd. Onder deze groep vielen onder anderen daklozen, kruimeldieven, sekswerkers en verslaafden, vertelt conservator Rense Havinga van het Vrijheidsmuseum. "Maar het ging ook om mensen met een baan die voor een eenmalige klein vergrijp direct naar een concentratiekamp werden gestuurd. Zonder verder politieonderzoek of tussenkomst van een rechter."

'Eugenetische vervolging'

Tweeënhalf jaar geleden besloten Havinga en zijn team onderzoek te doen naar deze slachtoffers en naar de redenen waarom ze werden gearresteerd. "We wisten dat de groep bestond, maar er was in Nederland weinig over bekend", vertelt Havinga. "Dit is het eerste Nederlandse onderzoek naar de als 'asociaal' vervolgden, waarmee wij een eerste fundament hebben gelegd voor inzicht in wat er gebeurd is. Andere onderzoekers kunnen hierop voortbouwen."

In Nederland is er, in vergelijking met Duitsland, veel administratie beschikbaar uit die tijd. Havinga en zijn team zijn er daardoor achter gekomen dat in Nederland ongeveer 2700 mensen als asocialen zijn gedeporteerd. In Duitsland ging het om zo'n 40.000 tot 60.000 mensen. Dat is een schatting, omdat er in Duitsland veel meer administratie is vernietigd.

Het was in feite een makkelijke manier om van mensen af te komen.

Rense Havinga, conservator Vrijheidsmuseum

"In Duitsland werden deze mensen vervolgd, omdat zij niet zouden bijdragen aan een sterk Duits volk. Het ging in feite om een eugenetische vervolging, de zogenaamde 'minderwaardigen' uit een volk verwijderen om de genetische samenstelling van een populatie te verbeteren", aldus Havinga. "De nazi's wilden niet dat deze mensen zich zouden voortplanten. De bezetters hebben niet geprobeerd om het Nederlandse volk genetisch te verbeteren, dat was niet hun prioriteit."

Toch vond ook in Nederland wel 'eugenetische vervolging' plaats. Uit het onderzoek is gebleken dat het in Limburg en Noord-Brabant vaak ook ging om vervolging wegens zogenoemde minderwaardigheid. In de rest van Nederland lijken mensen vooral uit gemakzucht als asocialen te zijn opgesloten. "Het is moeilijk te zeggen waarom dit gedaan is, maar de logische verklaring is dat deze manier van werken zorgde voor weinig papierwerk en er geen rechter aan te pas kwam", vertelt Havinga. "Het was in feite een makkelijke manier om van mensen af te komen."

Bij de expositie in het museum worden de verhalen van deze groep verteld. Het gaat om onder anderen Stef Calis. Aart Jan den Outer, Gerrit Nieuwkamp en Nicolaas Dongelmans. Alle vier zijn ze in de Tweede Wereldoorlog naar een concentratiekamp gestuurd en daar omgekomen.

Stef Calis (2 juli 1924 - 13 april 1943)

Stef Calis (2 juli 1924 - 13 april 1943)

Stefanus Johannes Calis uit Laren was metselaar, maar werkte tijdens de oorlog in een tapijtweverij. Eind 1942 werd hij beschuldigd van het stelen van wol. Kort daarna werd hij gearresteerd, naar het politiebureau in Amsterdam gebracht en vanuit daar zonder rechtszaak doorgestuurd naar kamp Amersfoort. Vervolgens moest hij naar kamp Vught. Uiteindelijk kwam hij terecht in dwangarbeidskamp Watenstedt bij Braunschweig, een buitenkamp van het beruchte concentratiekamp Neuengamme. Hier moest hij waarschijnlijk werken in de oorlogsfabrieken van de Hermann-Goering-Werke. Het was zwaar werk onder erbarmelijke omstandigheden. Er was ook amper voedsel beschikbaar. In Watenstedt is Stef op 18-jarige leeftijd overleden.

Aart Jan den Outer (18 juli 1918 - 11 februari 1945)

Aart Jan den Outer werd geboren op 18 juli 1918 in Rotterdam. Hij groeide op in een gezin met zeven kinderen. Hij was scheepskok toen hij werd opgeroepen voor de Arbeitseinsatz (arbeidsinzet). Aart Jan dook onder, maar op 1 juni 1944 werd hij bij een controle in een tram gearresteerd. Hij werd twaalf dagen vastgehouden in het huis van bewaring te Rotterdam en daarna gedeporteerd naar kamp Amersfoort. Hij werd eind juni tewerkgesteld in de Messerschmitt Werke in Augsburg.

Van 10 tot 30 augustus zat hij in concentratiekamp Dachau. Daarna werd hij tewerkgesteld in een ziekenhuis bij een werkkamp in Welzheim, ook in Zuid-West-Duitsland, bij Stuttgart. Aart Jan was zwaar vermagerd en kreeg ook hier veel te weinig voedsel. Op 5 februari 1945 haalde hij aardappelschillen uit een vuilnisbak. Hij werd betrapt door een soldaat, aangegeven en gearresteerd. Op 11 februari stierf hij in de politiecel nadat hij vier of vijf dagen niets te eten had gekregen en mishandeld was. Van Den Outer hebben de onderzoekers geen foto's gevonden.

Gerrit Nieuwkamp (29 maart 1917 - 30 januari 1943)

Gerrit Nieuwkamp (29 maart 1917 - 30 januari 1943)

Gerrit Nieuwkamp uit Amsterdam was kantoorbediende en speelde vanaf juli 1942 in het eerste team van Ajax. Bij het Nederlands landskampioenschap van 1942/1943 won Ajax met 4-2 van 't Gooi, mede dankzij twee doelpunten van Gerrit. Het was de enige grote wedstrijd die hij ooit voor Ajax speelde. Op 29 september 1942 werd Gerrit beschuldigd van verduistering van distributiebewijzen en gearresteerd.

Midden november van datzelfde jaar werd hij in kamp Amersfoort geplaatst met het label 'asociaal', zonder tussenkomst van een rechter. Op 18 januari 1943 kwam Gerrit in het net geopende kamp Vught. Door de slechte omstandigheden in het kamp stierf Gerrit op 30 januari 1943 in Vught op 25-jarige leeftijd.

Nicolaas Dongelmans (4 jan 1913 -17 februari 1943)

Nicolaas Dongelmans (4 jan 1913 -17 februari 1943)

Nicolaas Dongelmans uit Alkemade was landarbeider. Hij was getrouwd en vader van vier kinderen. Eind 1942 werd hij gearresteerd, omdat hij thuis een dier slachtte. Hoewel het slachten van eigen vee heel normaal was vóór de oorlog, was dit tijdens de bezetting verboden. Via kamp Amersfoort kwam Nico in het net geopende kamp Vught terecht. In dat kamp waren nauwelijks drinkwater, voedsel en medische zorg.

De gevangenen raakten verzwakt en werden ziek. Naar zijn vrouw schreef Nico dat het wel ging, maar hij vroeg zijn zwager goed voor zijn gezin te zorgen als hij het niet zou redden. Op 17 februari 1943 stierf Nico.

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl