'Het Namenmonument maakt de massaliteit van de moord op de Joden zichtbaar'
Ruim 102.000 Nederlandse slachtoffers van de Holocaust kregen nooit een graf. Ze werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de nazi's vermoord in concentratie- en vernietigingskampen en na hun dood werden hun lichamen verbrand of kwamen terecht in massagraven. Nu zijn hun namen vereeuwigd in het Nationaal Holocaust Namenmonument in Amsterdam, dat vanmiddag wordt onthuld door koning Willem-Alexander.
Bij de besloten ceremonie zijn behalve hoogwaardigheidsbekleders ook overlevenden van de Holocaust en nabestaanden van slachtoffers aanwezig. Ook de ontwerper van het monument, de Pools-Amerikaanse architect Daniel Libeskind, is bij de onthulling. De koning zal naar Joods gebruik een steentje leggen bij het monument.
"Dat al die namen met de komst van dit monument uit de vergetelheid zijn ontrukt, vind ik een heel groot goed", zegt Jacques Grishaver, voorzitter van het Auschwitz Comité en initiatiefnemer van het monument. "Van bijna driekwart van de Joden die zijn vermoord, was na de oorlog helemaal geen familie over. Er werd dus nooit meer over hen gesproken. Wij brengen ook hun namen hier nu terug."
Wie het monument betreedt, dwaalt door een soort labyrint van bakstenen muren van twee meter hoog waar op elke steen de naam, de geboortedatum en de leeftijd bij overlijden van een slachtoffer te lezen is.
De muren zijn het verleden, de letters daarboven weerspiegelen het leven van vandaag.
Het zijn eindeloze rijen namen van Joden, Sinti en Roma - jong en oud - die de vervolging en massamoord door de nazi's niet hebben overleefd. De muren dragen vier grote letters in spiegelend staal die samen het Hebreeuwse woord voor 'in herinnering aan' betekenen.
Volgens Grishaver is het monument bedoeld als plek om te herdenken, maar moet er daarnaast ook een waarschuwende werking van uitgaan. "Het is prachtig geworden", zegt hij. "De muren met de namen zijn het verleden, dat is de dood. De vier letters daarboven weerspiegelen het leven van vandaag, daar zie je de auto's rijden en de bomen waaien. Tegelijk zeggen die letters: vergeet ons niet."
Ook Grishaver vond de namen van zijn familie terug in het monument:
Aan de zijkant van het monument is de Duizendnamenwand gemaakt met lange rijen lege bakstenen. De wand is bedoeld voor onbekende slachtoffers en voor namen die op een later moment nog worden aangedragen.
Volgens auteur en kunsthistoricus Wim de Wagt is het Namenmonument uniek in de wereld. Hij schreef het boek 500 meter namen - De Holocaust en de pijn van de herinnering over de ontstaansgeschiedenis ervan.
"Het is een bijzonder origineel ontwerp van Libeskind. Het monument laat in één oogopslag de omvang van de moord op de Nederlandse Joden zien. 102.162 stenen met namen tonen de massaliteit van wat er is gebeurd, maar ook de individualiteit van al die slachtoffers. De verhalen van die levens moeten verteld worden, dat is de ziel van het monument."
Jacques Grishaver, die zelf een deel van zijn Joodse familie verloor in de oorlog, nam in 2006 het initiatief voor het Namenmonument. Nadat hij had gezien hoeveel belangstelling er was voor de namenwand in het Nederlandse paviljoen in het voormalige kamp Auschwitz, besloot hij zich in te zetten om in Nederland een monument te realiseren waarop alle Nederlandse slachtoffers van de Holocaust bij naam worden genoemd.
Dat het vijftien jaar zou duren voordat het monument er kwam, had Grishaver toen niet voorzien. Het oorspronkelijke ontwerp van Libeskind in het Wertheimpark in Amsterdam stuitte op zo veel bezwaren van omwonenden, dat er een nieuwe locatie gezocht moest worden.
Die werd gevonden aan de Weesperstraat, in de buurt waar voor de oorlog een groot deel van de Joodse bevolking woonde en waar nu diverse Joodse culturele instellingen zijn gevestigd. Hoewel het Auschwitz Comité in de loop van de tijd brede steun kreeg voor het monument, leidden ook hier bezwaren uit de buurt - te groot, te veel drukte, bezwaren tegen de bomenkap - tot jarenlange vertraging.
Binnen de Joodse gemeenschap was er ook verdeeldheid. Sommigen vonden dat het geld aan andere doelen besteed zou moeten worden, anderen vonden het een angstig idee dat de familienamen in het openbaar zichtbaar zouden zijn.
Na langdurige procedures, tot aan de Raad van State, werd er in 2019 groen licht gegeven voor de bouw van het monument. De eerste steen werd in september vorig jaar gelegd door een vriendin van Anne Frank, de inmiddels 91-jarige Jacqueline van Maarsen.