Oceanen in 2021 nog warmer, zeeniveau hoger en verzuring zeewater neemt toe
De temperatuur van het zeewater in de oceanen heeft vorig jaar wereldwijd een recordniveau bereikt. Dat geldt ook voor de verzuring van het zeewater, terwijl het voortgaande smelten van de ijskappen, in combinatie met de opwarming van het water, het zeeniveau tot eveneens ongekende hoogte heeft opgestuwd. Dat concludeert de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) van de VN in zijn jaarlijkse rapport State of the Global Climate.
Een vierde record van vorig jaar betreft de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. Dit zijn opnieuw zorgwekkende conclusies over vier belangrijke klimaatindicatoren. De WMO constateert, niet voor het eerst, dat menselijk handelen leidt tot ingrijpende veranderingen en schadelijke en langdurige gevolgen op het land, in de zeeën en in de atmosfeer.
Extreem weer (het alledaagse 'gezicht' van de klimaatverandering, aldus de WMO) heeft in 2021 geleid tot honderden miljarden dollars schade. De gevolgen van alle hittegolven, bosbranden, overstromingen en andere klimaatgerelateerde rampen hebben veel mensenlevens geëist en zijn ten koste gegaan van welzijn en voedsel- en waterveiligheid.
Het wereldwijde zeeniveau is de afgelopen tien jaar gemiddeld 4,5 millimeter per jaar gestegen. De stijging tussen 2013 en 2021 was vergeleken met die in het decennium tussen 1993 en 2002 ruim het dubbele.
Trend niet gekeerd
De afgelopen zeven jaar zijn de warmste jaren sinds het begin van de metingen. In 2021 was er zowel in het begin als aan het eind van het jaar sprake van La Niña, een weerfenomeen waarbij warm water voor de kust van Latijns-Amerika wordt weggedreven, met een tijdelijke koude stroom tot gevolg.
Daardoor waren de temperaturen iets lager dan in 2020, maar de trend van wereldwijd stijgende gemiddelde temperaturen werd daardoor niet gekeerd.
De gemiddelde wereldwijde temperatuur was vorig jaar 1,11 graad boven het pre-industriële niveau. In het akkoord van Parijs uit 2015 is afgesproken om de wereldwijde gemiddelde stijging te beperken tot hooguit 2 graden en liefst 1,5 graad.
Vorige week kwam de WMO zelf nog met een analyse waaruit bleek dat de wereldwijde gemiddelde temperatuur al in 2026 met 1,5 graad kan zijn toegenomen. De kans daarop is bijna 50 procent, schat de WMO. Het warmste jaar tot nu was 2016, toen het 1,2 graad warmer was dan voor de industriële revolutie.
WMO-baas Petteri Taalas is pessimistisch. "Het is een kwestie van tijd voordat we een nieuw recordjaar meemaken", zegt hij. "Het klimaat verandert onder onze ogen. De hitte die het gevolg is van door mensen veroorzaakte uitstoot van broeikasgassen zal nog generaties lang aanhouden. De stijging van het zeeniveau, de hitte van het zeewater en de verzuring ervan zullen nog honderden jaren lang doorgaan, tenzij er manieren worden gevonden om koolstof uit de atmosfeer te halen."
Het rapport van de WMO volgt op een publicatie van het internationale klimaatpanel IPCC, waarin wordt gewaarschuwd dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen snel drastisch naar beneden moet om te voorkomen dat het klimaat verder verandert, met catastrofale gevolgen.