Normaal gesproken zou het peloton vandaag met een rustig ritje afscheid nemen van Bretagne. Maar na alle valpartijen van de afgelopen dagen zal de schrik er flink inzitten bij de renners.
Na weer een avond met de nodige overuren voor de ploegartsen zijn de pleisters en bandages vrijwel niet meer aan te slepen. Toch stapt het merendeel van de renners - gebutst of niet - vandaag op voor de vierde etappe, een rit van slechts 150,4 kilometer van Redon naar Fougères.
Die pittoreske vestingstad gold 130 jaar geleden al als pleisterplaats op de route van de monsterkoers Parijs-Brest-Parijs (1.200 kilometer). In Fougères konden de renners even op adem komen.
Parijs-Brest-Parijs werd overigens maar zeven keer georganiseerd voor professionals, meestal om de tien jaar. Onder die zeven winnaars valt een naam op: in 1931 was de Australiër Hubert Opperman de beste.
Zijn landgenoot Caleb Ewan zal vandaag de massasprint in ieder geval niet winnen. Hij brak maandag zijn sleutelbeen bij de zware valpartij in het zicht van de finish. Wonden likken, op adem komen, maar wel blijven oppassen dus, is het devies voor de rest van het peloton.
Zelfs Ide Schelling kan vandaag even bijkomen, want onderweg zijn geen bergpunten te verdelen. Woensdag staat een tijdrit op het programma en dus weet Schelling dat hij zeker tot en met donderdag in de bolletjestrui zal rijden.
Als hij op de fiets blijft zitten, tenminste.