NOS NieuwsAangepast

Hoeveel moderatoren techplatforms inzetten tijdens de verkiezingen weten we niet

  • Nando Kasteleijn

    redacteur Tech

  • Nando Kasteleijn

    redacteur Tech

Wie in het laatste weekend van februari een krant opensloeg, kwam waarschijnlijk een paginagrote advertentie van Facebook tegen. Een pr-offensief, met de boodschap dat het sociale netwerk 'waakt' over de verkiezingen.

Of het gewenste effect ermee wordt bereikt, is nog maar de vraag. De reputatie van het techbedrijf, net als dat van andere socialemediaplatforms, is niet al te best. Hun algoritmes worden verantwoordelijk gehouden voor de verspreiding van desinformatie en trekken mensen in een filterbubbel. Tegelijkertijd gebeurt er juist veel op sociale media deze campagne.

Oog voor wat hier gebeurt?

In hoeverre hebben de bedrijven oog voor wat er hier gebeurt en grijpen ze in wanneer dat nodig is? Om antwoord te krijgen op deze vragen, sprak de NOS met Facebook (ook eigenaar van Instagram) en Google (tevens eigenaar van YouTube) over welke maatregelen ze achter de hand houden en wanneer deze worden ingezet.

Twitter wilde niet meewerken. Terwijl dit platform vlak voor de verkiezingen actie ondernam, door een waarschuwing bij een tweet van FvD-lijsttrekker Thierry Baudet over vaccinaties te zetten.

De advertentie van Facebook in Nederlandse kranten eind februari

Om te zien hoe serieus Facebook, Google en Twitter een land als Nederland nemen, zou je kunnen kijken naar het aantal moderatoren dat het Nederlandse taalgebied in de gaten houdt. In de paginagrote advertentie van Facebook worden 35.000 medewerkers aangehaald, die zich bezig zouden houden met veiligheid op het platform. Maar deze mensen werken niet exclusief voor het Nederlandse of Europese team, het gaat om een wereldwijd getal.

'Irrelevant getal'

Volgens Facebook is dat logisch. En op de vraag hoeveel mensen zich dan wel met het Nederlandse taalgebied bezighouden, komt geen duidelijk antwoord. Het getal wordt irrelevant genoemd. Want wanneer nodig, kan er worden opgeschaald, redeneert men daar. Ook Google (20.000 wereldwijd) en Twitter willen niet zeggen hoeveel moderatoren zich focussen op het Nederlandse taalgebied.

Ze hebben werk gemaakt van het tegengaan van QAnon, maar zien ze ook Nederlandse desinformatie?

Desinformatie-onderzoeker Judith Möller (UvA)

"De vraag is of er rond de verkiezingsdag- of uitslag op een bepaald moment een gerichte desinformatiecampagne komt en of platforms dat snel genoeg opmerken", zegt Claes de Vreese, hoogleraar politieke communicatie (UvA). "Daar is lokale kennis en informatie voor nodig. We weten niet hoeveel Nederlanders namens de bedrijven modereren, maar ik denk dat dit een klein team is."

Ook UvA-collega en desinformatie-onderzoeker Judith Möller vraagt zich af of de platforms genoeg kennis hebben van hoe de verkiezingen lokaal werken. "Ze hebben werk gemaakt van het tegengaan van QAnon, maar zien ze ook Nederlandse desinformatie? Ik vermoed dat daar minder zicht op is."

Een andere belangrijke vraag is of platforms willen ingrijpen als dat nodig is, net zoals dit in de VS is gebeurd. Met name tijdens de nasleep van de Amerikaanse presidentsverkiezingen werden er volop labels geplakt en berichten afgeschermd.

Nu laten de verkiezingen in de VS zich lastig met de Nederlandse vergelijken. De spanning die daar vooraf al voelbaar was en waar de techbedrijven op anticipeerden - Facebook zei op voorhand al noodmaatregelen achter de hand te houden - is er hier niet of nauwelijks.

Een risico-analyse

Uit de gesprekken blijkt dat de twee bedrijven weliswaar te maken hebben met dezelfde problemen, maar er anders op reageren. Facebook legt uit dat het een risico-analyse maakt van de verkiezingen, om vervolgens te bekijken welke acties er nodig zijn.

Welk 'risicoprofiel' de Nederlandse verkiezingen nu hebben, wordt niet duidelijk. Of de maatregelen die zijn gebruikt in de VS, ook hier achter de hand worden gehouden? Ja. Dat zou wel betekenen dat de risico-analyse verandert. Het bedrijf wil zich niet wagen aan de voorspelling hoe groot de kans is dat dit gebeurt.

Op de vraag of YouTube een video zal verwijderen waarin de uitslag in twijfel wordt getrokken, zegt Google hier terughoudend mee om te gaan. De Kiesraad komt hier vrij snel met de officiële uitslag en als er een video verwijderd wordt, zal dit snel als censuur worden gezien, is de uitleg hiervoor.

Niet zo belangrijk

De techbedrijven willen dus wel graag het signaal afgeven dat ze de Nederlandse verkiezingen volgen. Maar of er echt actie wordt ondernomen, is maar de vraag. Daarover zegt hoogleraar De Vreese: "Het klinkt misschien een beetje oneerbiedig, maar verkiezingen hier zijn niet heel belangrijk voor ze."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl