Van applaus voor de zorg tot lawaaiprotest bij Rutte, het coronasentiment verklaard
Karen Eshuis
redacteur Online
Karen Eshuis
redacteur Online
Waar in het voorjaar liefdadigheidsinitiatieven als paddenstoelen uit de grond schoten en er vooral saamhorigheid heerste, brokkelde de steun voor de coronamaatregelen na de zomer onder een deel van de bevolking af. Protest tegen de maatregelen werd luider en niet het virus, maar het beleid leek de vijand te worden. Het zorgpersoneel, waar in maart nog voor werd geapplaudisseerd, kreeg in de loop van het jaar toenemend te maken met onbegrip en agressie. Hoe valt dat te verklaren?
Eerst de veranderingen in beeld, van applaus voor de zorg in maart tot een pannenprotest bij Ruttes lockdown-speech in december:
"Er was in het begin sprake van een brede, diepe angst voor het nieuwe coronavirus", zegt Arie Dijkstra, hoogleraar Sociale Psychologie van Gezondheid en Ziekte aan de Rijksuniversiteit Groningen. "Dat verklaart ook dat hysterische applaus. Dat klinkt wat onaardig, maar massaal klappen voor zorgpersoneel is niet authentiek. Dat ontstaat vanuit angst. Die angst nam in een later stadium af in de samenleving."
Dat de angst voor het virus afnam, werkt volgens Dijkstra als volgt: alleen als je zelf gevaar ervaart, zul je ernaar handelen. Veel Nederlanders leren (in de psychologie enactive learning genoemd) dat ze nog altijd niet ziek worden, hoewel de dreiging groot is en ze zich niet altijd even netjes aan de maatregelen houden. "Dan luidt de conclusie: het valt wel mee."
Hand in hand
Ook Agneta Fischer, hoogleraar Emoties en affectieve processen aan de Universiteit van Amsterdam, herkent dit fenomeen. "Als mensen angstiger zijn, dan staan ze eerder achter de maatregelen. Als ze minder bang worden en als niemand in hun omgeving ziek wordt, dan denkt een persoon al gauw: waar zijn deze maatregelen goed voor?"
Een 'normaal' fenomeen in de psychologie dus. Maar mede hierdoor liepen de besmettingscijfers na de eerste golf weer op en kwam het tot een tweede golf. Dijkstra: "Deze bewegingen gaan hand in hand met de grafieken die het RIVM of media dagelijks tonen. Als de grafiek piekt, neemt de angst toe en worden mensen voorzichtiger. Neemt het aantal besmettingen af, dan neemt de angst af."
De veranderingen worden gemonitord door een gedragsunit van het RIVM. "In april en mei was het draagvlak voor coronamaatregelen heel hoog", zegt RIVM-gedragswetenschapper en hoogleraar Gezondheidspsychologie Marijn de Bruin. "In de zomer, toen veel van de maatregelen werden versoepeld, zag je dat het draagvlak iets afnam. De bereidheid bijvoorbeeld om anderhalve meter afstand te houden, was in juni het laagst. Maar nu de besmettingen oplopen, zien we dat dit weer is opgelopen tot rond de 90 procent van de deelnemers aan het onderzoek."
Als het ging om communicatie en vertrouwen in het coronabeleid zag je volgens onderzoeker De Bruin wel een sterke verandering. "Het vertrouwen in de aanpak van de overheid is gedaald, van 75 procent tot (op het diepste punt eind september) 43 procent. Dat zijn wel forse verschillen. Al is het vertrouwen, nu er weer geregeld persconferenties worden gehouden en wordt ingegrepen om het virus in te dammen, weer gestegen tot 57 procent."
Het zijn dus golfbewegingen. Hoe verklaar je die? "Vergelijk het met roken", zegt wetenschapper Dijkstra. "Als iedereen weet dat je aan het roken van een sigaret dood zult gaan, dan zal vrijwel niemand meer roken. Maar omdat er een kans bestaat dat je wél rookt en niet vroegtijdig overlijdt, blijven mensen toch roken. We rommelen met kansen, zo gaat het ook met blootstelling aan het coronavirus."
'Levend experiment'
"Het is een levend experiment waar we inzitten", aldus Agneta Fischer. Op haar faculteit deed onder anderen Frenk van Harreveld onderzoek naar angst en risicopercepties ten aanzien van het coronavirus. Hij zag dat mensen naarmate de pandemie voortduurt steeds minder bang werden en meer risico's durfden te nemen.
"Normaal proberen we mensen 'bang' te maken in een laboratorium, dat was nu niet nodig. In het begin heerste er vooral ongeloof over 'dat onbekende virus uit China'. 'Dat komt niet hier', dachten we nog. Maar al gauw kwam er weerstand tegen de maatregelen. Dat begon met de mondkapjesdiscussie, maar ook de vraag of de scholen moesten sluiten of niet. Dat soort discussies heeft de samenleving niet veel vertrouwen gegeven."
Toch neemt het overgrote deel van de bevolking het virus en maatregelen serieus, blijkt uit de vragenlijsten van de RIVM-gedragsunit. Fischer: "Wat ik in mijn eigen onderzoek zie, is dat mensen die angstig zijn en die het heel erg eens zijn met de maatregelen, ook sneller boos worden op mensen die de regels overtreden. Ook al doen ze dat zelf ook wel eens."
Viroloog Marion Koopmans twitterde na het nieuws over de nieuwe lockdown half december dit:
Hoelang houden we dit vol? "Het virus is het probleem, maar gedrag is de oplossing", zegt onderzoeker Marijn de Bruin. "Er werd aanvankelijk veel vanuit het virus gecommuniceerd. Als je wil dat mensen de maatregelen volgen, dan moet je niet alleen urgentie uitstralen maar ook concreet worden: wat moeten mensen doen, en vooral ook waarom. Mensen moeten kunnen begrijpen waar ze het voor doen om het vol te houden."
Hoogleraar Dijkstra heeft er voor 2021 een hard hoofd in: "Hoewel de meeste mensen van goede wil zijn, houden ze zich niet aan de maatregelen. Ze doen het halfbakken. Afstand houden is ook tegennatuurlijk en ontzettend moeilijk. Bovendien verschuift het perspectief steeds: wanneer zijn we hiervan af?"
En wat doet dat met onze psyche? "Mensen voelen zich sociaal gehandicapt", zegt Fischer. "Je kunt elkaar niet aanraken, omarmen, troosten, of niet met z'n allen uit je bol gaan. Dat doet iets met mensen, omdat we sociale dieren zijn. Als kinderen bijvoorbeeld opgroeien zonder sociaal contact, dan raken ze gestoord. Het contact en de fysieke nabijheid zijn weg, dat is iets dat we niet te lang kunnen missen."