Joram Bolle en Francien Yntema
redacteuren Online en Wetenschap
Joram Bolle en Francien Yntema
redacteuren Online en Wetenschap
Moeten we nu wel of geen derde prik gaan geven? Die vraag ligt de komende weken bij de Gezondheidsraad, die het kabinet daarover moet adviseren. Andere landen zijn er al mee begonnen, zoals Israël.
Steeds meer onderzoek suggereert dat vaccins minder effectief zijn tegen de deltavariant, minder effectief worden na verloop van tijd en minder goed zorgen dat gevaccineerden niet besmet raken. Op basis van die informatie wordt de discussie over een extra prik gevoerd.
Maar is er al genoeg informatie om die afweging te maken? Dit is wat we nu weten over de werking van de vaccins in de praktijk.
Werkzaamheid na verloop van tijd
Israël en het Verenigd Koninkrijk waren de eerste landen die op grote schaal gingen vaccineren. Het is dus ook niet gek dat juist die landen het als eerst merken als de bescherming van de vaccins na verloop van tijd afneemt.
In Israël was de werkzaamheid tegen infectie in juli afgenomen tot rond de 40 procent, aldus het ministerie van Volksgezondheid. Ook een onderzoek uit het Verenigd Koninkrijk impliceert verminderde werkzaamheid. Een maand of drie na toediening van de tweede dosis is de bescherming van het Pfizer-vaccin afgenomen tot rond de 75 procent, zegt het onderzoek.
De werkzaamheid van het AstraZeneca-vaccin neemt ook af, maar minder snel dan dat van Pfizer. "We verwachten dat de bescherming tegen infectie na ongeveer vier maanden gelijk is voor die vaccins", zegt onderzoeker Koen Pouwels van de Universiteit Oxford.
Je wilt mensen niet onnodig extra vaccins geven, terwijl wereldwijd veel mensen nog helemaal niet gevaccineerd zijn.
Beide onderzoeken lijken een flinke afname in werkzaamheid aan te tonen naarmate de prikken langer geleden zijn. Maar bij de getallen horen een aantal kanttekeningen.
De percentages die hier genoemd worden gaan alleen over het voorkomen van (symptomatische) infecties. Oftewel: kun je na vaccinatie niet meer besmet raken? "Belangrijker dan dat ze infecties helemaal voorkomen is of ze ernstige ziekte, ziekenhuisopnames en overlijden voorkomen", zegt hoogleraar vaccinologie Anke Huckriede.
Het onderzoek van Oxford heeft die vraag helemaal niet onderzocht, zegt Pouwels: "Ons onderzoek laat vooral zien dat het belangrijk is om in de gaten te houden hoe de bescherming zich ontwikkelt. Je wilt mensen niet onnodig extra vaccins geven, terwijl wereldwijd veel mensen nog helemaal niet gevaccineerd zijn. Tegelijkertijd wil je voorkomen dat de bescherming tegen ernstige ziekte en sterfte al sterk is afgenomen voordat je met een derde vaccinatie begint."
De Israëlische cijfers duiden erop dat de bescherming tegen ernstige corona-infecties en dus ziekenhuisopnames nog steeds erg hoog is.
Verminderde werking van de vaccins kan ook komen door de deltavariant. In een onderzoek uit de Amerikaanse staat Minnesota blijkt dat de werkzaamheid tegen infectie in februari 86 procent was bij Moderna en bij Pfizer 76 procent. In juli was die bescherming gedaald tot 76 procent bij Moderna en 42 procent bij Pfizer.
Het verschil is dat in februari de alfavariant dominant was en in juli de deltavariant. Maar dat is niet per se de verklaring, dat feit maakt het vooral lastiger om de cijfers te interpreteren. Meten de onderzoeken een afnemende bescherming na verloop van tijd, of tegen een nieuwe variant? Huckriede: "Eigenlijk kun je het effect van die twee nu niet uit elkaar halen."
Wat weten we over de deltavariant? NOS op 3 zocht het eerder al uit:
Amerikaanse en Israëlische onderzoekers geven aan dat dat tekortkomingen van hun studies zijn. Ze hebben ook niet gekeken of personen die eerder zijn ingeënt zich anders hebben gedragen dan mensen die later zijn ingeënt. Hebben ze bijvoorbeeld meer sociale contacten gehad en minder vaak mondkapjes gedragen?
Ook lastig is dat de mensen die het eerst zijn ingeënt de ouderen en kwetsbaren zijn. "Het kan zijn dat hun immuunrespons sneller afzwakt", aldus Huckriede.
Maar er zijn ook andere aanwijzingen dat de vaccins wat minder effectief zijn tegen de deltavariant. Uit labtests blijkt dat antistoffen uit bloed van gevaccineerde personen tussen de vier en acht keer minder effectief zijn bij het neutraliseren van de deltavariant dan de alfavariant of de oorspronkelijke virusvariant uit China.
Eigenlijk kun je het effect van afname na verloop van tijd of door de deltavariant nu niet uit elkaar trekken.
Huckriede: "De bescherming van vaccins is breder dan antistoffen." Belangrijk voor langetermijnsbescherming zijn ook de T-cellen, die een infectie uiteindelijk opruimen en B-geheugencellen, die na een infectie snel antistoffen aanmaken.
"We weten nog niet precies wat de correlate of protection is, oftewel welke hoeveelheid antistoffen overeenkomt met een bepaalde mate van bescherming. Maar we zien wel dat het aantal antistoffen bij gevaccineerde mensen die toch geïnfecteerd raken heel snel toeneemt."
Conclusies trekken op basis van antistoffen alleen is daarom onverstandig, vindt Huckriede.
Werkzaamheid tegen transmissie
Duidelijk is ook dat het effect van de vaccins tegen überhaupt besmet raken minder sterk is dan in eerste instantie gehoopt, al is door alle variabelen die door elkaar lopen nog niet aangetoond waarom. Maar als gevaccineerden in hogere mate besmet raken, betekent dat ook dat het virus doorgegeven kan blijven worden, zelfs al veel mensen gevaccineerd zijn.
Verschillende onderzoeken lijken wat dat betreft zelfs alarmerende resultaten te laten zien. Als er bij iemand een zogeheten doorbraakinfectie met de deltavariant optreedt - ondanks volledige vaccinatie toch een besmetting oplopen - wordt er soms evenveel virusmateriaal in iemands neus en keel gemeten als bij personen die niet gevaccineerd zijn en geïnfecteerd raken.
In elk geval lijkt het erop dat het virus in gevaccineerden minder lang aanwezig is.
Nieuw Nederlands onderzoek naar 161 doorbraakinfecties bij zorgmedewerkers laat ook zien dat er met dat virusmateriaal in het lab een kweek te maken valt in 69 procent van de gevallen. Dat wil zeggen: het aangetroffen virusmateriaal is potentieel besmettelijk.
"Ondanks de aanwezigheid van antistoffen kan het virus zich dus in de bovenste luchtwegen vermenigvuldigen en daar als intact virusdeeltje verblijven", zegt viroloog Corine Geurts van Kessel van het Erasmus MC, die bij het onderzoek betrokken is.
Maar dat is maar één kant van het verhaal. De hoeveelheid virusmateriaal wordt vastgesteld door een PCR-test en uitgedrukt in een Ct-waarde. Hoe lager de Ct-waarde, hoe meer virusdeeltjes aanwezig zijn. "We weten nog niet of het verband tussen de Ct-waarde en besmettelijkheid bij gevaccineerde personen hetzelfde is als bij niet-gevaccineerde personen", aldus Huckriede. "In elk geval lijkt het erop dat het virus in gevaccineerden minder lang aanwezig is."
Het verdwijnt sneller uit het lichaam, impliceert ook onderzoek uit Singapore. De eerste vijf dagen is de hoeveelheid virusmateriaal van gevaccineerde en niet-gevaccineerde besmette personen even hoog, daarna neemt de waarde bij gevaccineerden veel sneller af.
Over de praktijkwerking van de vaccins kunnen we maar een aantal zaken echt vaststellen, en een hoop nog niet. Wat zeker is: overdracht van het virus blijft in sommige gevallen mogelijk.
Dat was zo bij eerdere varianten en om wat voor reden dan ook in sterkere mate bij de deltavariant, zegt Koen Pouwels: "Maar door je te laten vaccineren verklein je nog steeds de kans dat je besmet raakt. En als je niet geïnfecteerd bent, dan kun je het virus ook niet doorgeven."
De bescherming tegen ernstige infecties is uitzonderlijk hoog.
"Ik denk dat je helaas moet concluderen dat vaccinatie alleen er niet voor gaat zorgen dat we helemaal van het virus afkomen", zegt Huckriede. "We moeten ermee leren leven dat er infecties zijn en dat er af en toe mensen aan zullen sterven. Maar dat gebeurt ook bij andere infectieziektes."
Het belangrijkste dat we nu kunnen concluderen is iets anders, zegt Huckriede: "De meeste mensen die twee doses vaccin hebben gekregen zijn goed beschermd tegen een ernstige infectie. Die bescherming is uitzonderlijk hoog."
Van tevoren had de Wereldgezondheidsorganisatie de lat gelegd op 50 procent bescherming. Huckriede: "Daar zitten we nog steeds ruim boven. Daarom vind ik het ook heel erg lastig om nu al over een derde prik te spreken, terwijl miljarden mensen op de wereld nog niet eens een eerste prik gehad hebben."