NOS Nieuws

'Ik erger mij aan het feit dat mensen denken dat racisme hier niet speelt'

Er is de afgelopen dagen opnieuw veel aandacht voor politiegeweld tegen de zwarte bevolking in de Verenigde Staten. Ook in Nederland: in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Groningen en Maastricht stonden mensen stil bij geïnstitutionaliseerd racisme. Premier Rutte werd gisteren ook gevraagd naar racisme in Nederland. Hij zei daar over: "Ook hier is racisme, ook hier is discriminatie, dat is niet alleen een Amerikaans fenomeen."

Drie Nederlanders vertellen over hun ervaringen met racisme in Nederland:

"Om mij heen zie ik dat iedereen boos is. Het lijkt wel alsof mijn tijdlijn in de fik staat. Zelf merk ik dat ik de afgelopen dagen boos en verdrietig ben. Maar ik erger mij vooral aan het feit dat mensen denken dat het hier niet speelt.

Onlangs kreeg mijn jongere broertje te maken met racisme. Hij liep met een aantal tassen over straat naar zijn moeder. Een oudere vrouw had dat gezien en vond de situatie verdacht. Ze belde de politie, die even later ons belde om te vragen wat mijn broertje aan het doen was. Ik ben hier zo van geschrokken. Hij helpt zijn moeder er wordt ineens als verdachte gezien.

Mijn broertje is een doodnormale jongen, maar hij wordt door de buitenwereld dus niet gezien als een normale jongen. Mensen zien hem als een bedreiging door zijn huidskleur. Dat is pijnlijk voor hem en voor ons als hele familie. Je blijft toch een tweederangsburger vanwege je huidskleur.

Als vroeger iemand op school een opmerking maakte over mijn huidskleur, vertelde ik dat tegen mijn ouders. Mijn ouders moesten mij dan vertellen dat mensen mij niet mogen vanwege de kleur van mijn huid. Ik kwam vaak huilend thuis, maar die kinderen die mij hadden uitgescholden hadden die gesprekken thuis niet.

Het probleem is dat deze gesprekken alleen binnen de zwarte gemeenschap worden gevoerd. Daarbuiten is het geen onderwerp. Zelf probeer ik daar als mediamaker en oprichter van het platform Alien Mag iets aan te doen. Als dat niet gebeurt, blijft het gedrag doorgegeven worden naar nieuwe generaties."

"Voor mij is de discussie van deze dagen niet nieuw. Het verhaal speelt al zolang als ik leef, alleen is het nu weer even in de media. Daardoor voel ik er ook nauwelijks meer iets bij, die klap heb ik vroeger al gehad. Maar het is wel een moment om opnieuw aandacht te vragen voor de problemen.

Ik woon in Almere en wilde met een bevriende fotograaf op een zaterdagavond een biertje gaan drinken. We werden door de portier tegengehouden en kregen te horen dat het een besloten feestje was. Via een vriend hoorden we later dat dit helemaal niet het geval was. Toen viel het kwartje pas. Ik bedacht me dat ik sinds mijn zeventiende nog nooit in die kroeg binnen ben geweest. Het is zo normaal geworden, dat het bijna een grap is.

Op school leerde ik een cv maken, maar ik werd vervolgens nooit uitgenodigd voor een gesprek. Toen een vriend mij vertelde dat ik Curaçao, mijn geboorteplek, beter weg kan laten, lukte het wel. Sindsdien ben ik overal uitgenodigd.

De impact van discriminatie is afhankelijk van hoe je het wegschrijft in je hoofd. Je kan erin meegaan maar je kan ook zeggen; 'fuck it, ik trek me hier niets van aan en ga door'. Op die manier blijf ik er niet mee zitten."

"Het voelt bizar dat we het in Nederland momenteel vooral over de anderhalve meter afstand bij een anti-racismedemonstratie hebben en niet over het probleem zelf. Het nieuws raakt mij erg. Ik volg veel internationaal nieuws en sociale media. Ik voel pijn, boosheid en frustratie wanneer ik de beelden zie.

Ik ben blij dat we in Nederland niet voor ons leven hoeven te vrezen. Politiegeweld kost hier zelden mensen het leven, maar het is niet zo dat racisme hier niet bestaat. Tijdens mijn studie ben ik vaak onderschat door docenten, waarin etniciteit een rol speelde. Ook kreeg ik vaak microagressies te horen, zoals dat mensen niet hadden verwacht dat ik aan de universiteit studeerde of dat ze vonden dat ik goed Nederlands spreek. Als dat gebeurde voelde ik eerst frustratie en verdriet, maar daarna vocht ik terug.

In mijn opvoeding heb ik geleerd dat ik niet machteloos sta, maar dat ik op mijn eigen kunnen kan vertrouwen. Ik heb vele gesprekken gevoerd tijdens mijn studie om te bewijzen dat ik het kan. En dat heeft me gebracht waar ik nu ben.

Mijn familie rijdt in relatief dure auto's. Als mijn broertje een avond op pad is in de auto van mijn vader, word ik toch ongerust als hij langer wegblijft. Ook bij Nederlandse instanties zie ik het racisme. Mensen worden op basis van hun achternaam onder op de stapel gelegd of je krijgt bij een sollicitatie te horen dat je toch niet in het team past. Afgelopen winter was ik in Middelburg en riep nog iemand 'Zwarte Piet' naar mij. Het erge is dat niemand zo'n persoon er dan op aanspreekt. Daar ligt in de kern van het probleem.

De zwarte gemeenschap is het slachtoffer, maar we kunnen het niet zelf oplossen. De oplossing ligt bij anderen. We moeten op grotere schaal over de problemen gaan praten. Daar speelt ook de media een rol in. Racisme is niet aangeboren, maar aangeleerd. Naast dat we kinderen op school het tafeltje van vijf leren, moeten we ze ook leren dat er verschillende culturen zijn en dat zij allemaal gelijk zijn."

Deel artikel:

Advertentie via Ster.nl