Wielertalenten kunnen zich niet bewijzen: 'Er gaan carrières verloren'
De impact van de coronacrisis op sporttalenten is groot. Om hun droom waar te maken, moeten ze zich laten zien. Zo ook wielrenners David Dekker (22) en Lars van den Berg (21). Maar dat kan niet, want er zijn geen wedstrijden.
"Dit is het jaar waarin het voor mij moet gebeuren, een profcontract afdwingen", zegt Dekker, zoon van oud-prof Erik Dekker. "Daar heb je resultaten voor nodig en voor resultaten wedstrijden. Dus dat maakt het wel een vervelend jaar, ja."
Van den Berg sluit zich daar bij aan: "Dit jaar moest ik bewijzen dat ik het waard was om prof te worden, maar zonder koers valt er niks te bewijzen."
Toch zullen Dekker en Van den Berg zich waarschijnlijk niet heel veel zorgen hoeven maken, want beide talenten hebben al een goede naam opgebouwd. Dekker als sprinter (hij won dit jaar al twee koersen voor SEG Racing Academy, maar maakte vooral indruk met een derde plaats in Le Samyn, tussen de profs) en Van den Berg als klimmer (bij de opleidingsploeg van Groupama-FDJ).
Kritieke periode voor veel renners
Ook al verliezen ze nu een belangrijk deel in het traject van hun ontwikkeling, met name de wedstrijden zijn belangrijk om koershardheid op te doen, voor Dekker en Van den Berg zullen de profploegen naar verwachting uiteindelijk wel komen. Echter, voor veel andere renners is dit een veel kritiekere periode.
Dekker: "Ik denk dat er ergens wel carrières verloren zullen gaan. Ik heb al resultaten gehad dit jaar (hij won de Craft Ster van Zwolle en de Dorpenomloop Rucphen, red.), maar er zijn ook jongens die niet eens de kans hebben gehad om zichzelf te tonen."
Van den Berg: "Sommige jongens gaan in grote problemen komen en zullen besluiten om een maatschappelijke carrière op te pakken."
Het wielerseizoen ligt sowieso tot en met juli stil. De internationale wielerunie UCI kwam vorige week met een nieuwe kalender voor de profs, die ingaat op 1 augustus.
