De wereldreis van Eriksson en andere grote namen: de Azië Cup in vijf vragen
Verrassende debutanten, rivaliteiten op het scherp van de snede, een aardig aantal spelers met een eredivisieverleden en een armada aan uit het oog geraakte toptrainers. Er valt de komende weken genoeg te genieten bij de achttiende editie van de Azië Cup.
Zaterdag begon het Aziatisch kampioenschap in de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) met de openingswedstrijd tussen het gastland en Bahrein. Het duel leverde geen winnaar op (1-1). Vandaag komen de twee andere landen uit groep A, Thailand en India, voor het eerst in actie.
Australië is de titelverdediger, Zuid-Korea is de topfavoriet maar die moet het voorlopig stellen zonder zijn topspeler. Wij hebben vijf opvallende zaken op een rij gezet.
1. Grote namen: wat moet Sven-Göran Eriksson bij de Filipijnen?
Het kampioenschap van Azië werd in 1956 voor het eerst gespeeld. In de eerste drie edities haalde Israël de finale, tot de Israëli's na de enige gewonnen finale in 1964 werden uitgesloten en zich vervolgens aansloten bij de Europese voetbalbond.
Destijds werd het eindtoernooi nog gespeeld met vier landen, dit jaar zijn er voor het eerst 24 deelnemers. Drie landen debuteren: Jemen, Kirgizië en de Filipijnen.
Bij dat laatste land zit een opvallende naam op de bank: Sven-Göran Eriksson.
De inmiddels 70-jarige Zweed vierde successen met IFK Göteborg, Benfica en Lazio, was de eerste buitenlandse bondscoach van Engeland, voerde die ploeg in 2002 en 2006 naar de kwartfinales van het WK en was in 2010 met Ivoorkust aanwezig bij het WK in Zuid-Afrika.
Dat zal hij met de Filipijnen - dat voor een groot deel bestaat uit in Engeland en Duitsland opgegroeide spelers - niet voor elkaar krijgen. Sterker, elk succesje is meegenomen voor de eilandenarchipel bij het Azië Cup-debuut.
Eriksson is trouwens niet de enige grote naam op de bank bij de Azië Cup. Wat te denken van Marcello Lippi (China), Alberto Zaccheroni (VAE), Carlos Queiroz (Iran), Paulo Bento (Zuid-Korea), Srecko Katanec (Irak), Juan Antonio Pizzi (Saudi-Arabië) en Héctor Cúper (Oezbekistan).
2. Vergooit Tottenham Hotspur zijn titelkansen door de Azië Cup?
Dat de Spurs hun titelkansen op het spel zetten, is wel heel stellig. Maar dat Son Heung-min de afgelopen maanden heel belangrijk is geweest in het elftal van Mauricio Pochettino staat buiten kijf.
Zo belangrijk zelfs dat Son eerst nog in de halve finales van de League Cup tegen Chelsea (8 januari) en de Premier League-kraker tegen het opgeleefde Manchester United (13 januari) zal uitkomen.
Na de eerste twee groepsduels sluit de sterspeler pas aan bij Zuid-Korea. En dan is de kans groot dat de Spurs hem pas in februari terugzien, want de Koreanen behoren tot de uitgesproken favorieten voor de titel.
Dat Son niet zomaar kan weigeren om voor zijn nationale ploeg uit te komen, bleek een paar maanden geleden. Toen won hij met zijn land de Aziatische Spelen.
En daar stond veel meer op het spel dan alleen een titel. De 26-jarige aanvaller verzekerde zich tevens van een vrijstelling van de dienstplicht in zijn geboorteland.
3. Komt FC Groningen in de problemen door de Azië Cup?
De gevolgen voor de eredivisie zijn beperkt. Slechts vier spelers zijn afgereisd naar de Verenigde Arabische Emiraten.
De Eindhovense bankzitters Trent Sainsbury en Aziz Behich zijn opgeroepen door de Australische bondscoach Graham Arnold, maar daar zal PSV-trainer Mark van Bommel niet van wakker liggen.
Groter zijn de gevolgen voor Heracles Almelo, dat de Syrische middenvelder Mohamed Osman even moet missen. Maar de druiven zijn vooral zuur voor de supporters van FC Groningen, die de Japanse smaakmaker Ritsu Doan met lede ogen zien afreizen naar de Perzische Golf.
De vraag is zelfs of Doan nog wel terugkeert. Er is genoeg belangstelling voor de Japanse balgoochelaar.
4. Kan Verbeek weer stunten met Oman?
Waarom niet? Een paar maanden geleden werd Pim Verbeek met Oman verrassend winnaar van het toernooi om de Gulf Cup, het kampioenschap van de Arabische golfstaten. In de finale werd de Verenigde Arabische Emiraten na strafschoppen verslagen.
De grote held van die finale was doelman Faiz Al-Rushaidi, die vlak voor tijd een strafschop stopte en ook in de beslissende strafschoppenserie uitblonk.
Daarmee toonde hij zich een waardige vervanger van de grootste naam in het Omaanse voetbal: Ali al-Habsi. Toch zou de 37-jarige Al-Habsi, die in het verleden furore maakte in de Premier League bij onder andere Wigan Athletic, bij de Azië Cup waarschijnlijk weer onder de lat hebben gestaan als hij kort voor het toernooi niet geblesseerd zou zijn geraakt.
5. Iran-Irak: een klassieker met een Nederlands tintje
En dan is er in de groepsfase tenminste een duel om de vingers bij af te likken: Iran-Irak.
De tijd dat dictator Saddam Hoessein met Irak een bloedige oorlog voerde tegen Iran ligt lang achter ons, maar toch worden de messen geslepen voor dit duel.
Ook bij de laatste twee edities van de Azië Cup speelden de twee aartsvijanden al tegen elkaar. In 2011 won Iran met 2-1 in de groepsfase. Vier jaar later trok Irak na een spectaculaire veldslag in de kwartfinales (3-3) na een lange strafschoppenserie aan het langste eind.
Net als in 2015 zit er een interessant Nederlands tintje aan de kraker. Alireza Jahanbakhsh (oud-NEC en -AZ) komt dit seizoen amper in actie voor zijn club Brighton & Hove Albion, maar werd door bondscoach Carlos Queiroz wel gewoon opgenomen in de Iraanse selectie.
En bij Irak hoopt Osama Rashid op een basisplaats, nadat hij de historische wedstrijd van 2015 vanaf de bank had moeten bekijken. Rashid kwam op driejarige leeftijd als vluchteling naar Nederland, speelde onder andere in de jeugd van Feyenoord, maar wist mede door blessures nooit echt door te breken in het betaald voetbal.
Op de Portugese Azoren kwam hij tot volle bloei. Vorig jaar promoveerde de middenvelder met Santa Clara naar het hoogste niveau. De club doet het prima in de Primeira Liga, mede dankzij Rashid die al vijf treffers en zes assists achter zijn naam heeft.