Bunkers worden huizen om woningnood tegen te gaan
Het is een van de meest urgente problemen van de naoorlogse tijd: de woningnood. 90.000 huizen zijn compleet verwoest, 50.000 zwaar beschadigd. Burgers moeten genoegen nemen met de meest primitieve onderkomens.
Zo wonen sommige Zeeuwen in bunkers. Na het vertrek van de Duitsers, zijn er aan de kust van het zwaar getroffen Zeeland flink wat leeg komen te staan.
Paul Lous is ook met zijn familie in zo'n voormalig soldatenverblijf getrokken. Hun huis in Westkapelle is door het oorlogsgeweld onbewoonbaar geworden: een stuk van het dak ligt eraf, er zit een gat in de voorgevel en de vloeren zijn bedekt met een laag water.
Het is buiten blijven of in de bunker.
Het gezin Lous trok, na de verwoesting van hun huis, richting Domburg, in de hoop daar onderdak te vinden. Tevergeefs. Uit pure noodzaak zijn ze in een bunker getrokken. "Het is een voorraadbunker, hij stond eerst vol met kratten sodawater van Hero", vertelt Paul. "We hebben al die kratten naar buiten gedragen en zijn ons toen gaan vestigen."
In een bunker wonen is geen pretje: er is geen licht of water, het is vochtig en in de winter ijskoud. "Maar ja, je hebt geen keus. Het is buiten blijven of in de bunker."
Elders in het land, in het Gelderse Groesbeek, komen terugkerende evacuees vaak tot de conclusie dat er van hun huis niets meer over is. "Zelfs het puin is verdwenen", schrijft De Vrije Stem.
"Oude kippenhokken en varkenshokken zijn ingericht als woning, stro dient als matras, jassen en zakken als dekking, kisten als kasten." Zelfs deuren zijn er niet in deze inderhaast gemaakte noodwoningen: "Iedereen kan zomaar naar binnen lopen."
In het Brabantse dorp Vinkel woont Christ Langenhuijzen al sinds november met zijn familie in een omgebouwd kippenhok. Hun naastgelegen boerderij vloog vlak na de bevrijding in brand door onvoorzichtigheid van ingekwartierde Engelse soldaten.
"Die waren aan het koken op stal", begint Christ zijn verhaal over het trieste ongeluk. "Ze hadden een apparaatje waar ze benzine bij moesten doen. Het vloog tegen de hooibalken omhoog en toen brandde de boerderij af."
'Ware vallei des doods'
Vooral in het midden en zuiden van Nederland heerst een beangstigend woningtekort, vertelt minister Tromp van Waterstaat en Wederopbouw. Hij noemt het gebied tussen Nijmegen en Venlo een "ware vallei des doods".
De regering heeft 250.000 ton bouwmaterialen besteld, grotendeels om noodwoningen te bouwen, maar het transport naar Nederland vormt een hindernis. Ook bureaucratie vormt een belemmering voor een snelle bouw van noodwoningen. Zo waarschuwt de organisatie 'Maatschappelijk Herstel Venlo' de Raad van Ministers dat vergunningsaanvragen te lang duren.
"Wanneer het inzicht in de noodzaak en het tempo van de hulpverlening niet zeer spoedig belangrijk gewijzigd en verbeterd wordt, vrezen wij dat nog voor en zeker tijdens de winter de toestand voor velen onhoudbaar zal worden."