Verwoest en leeg Roermond en Venlo bevrijd
Roermond en Venlo, twee Limburgse steden die de afgelopen maanden zwaar geleden hebben onder het oorlogsgeweld, zijn vandaag bevrijd door de Amerikanen. Nergens stonden de mensen rijen dik langs de kant van de weg om de bevrijders te verwelkomen. Beide steden zijn nagenoeg leeg en kapot, de bevolking is in januari geëvacueerd.
"Ik heb door de verlaten straten van het bevrijde Roermond gedwaald", vertelt een verslaggever van De Vrije Pers. "Straten, waarover de oorlog een regen van gebroken glas en grauw puin heeft uitgestrooid en waarin elke voetstap hol klinkt. Ik ben over steenhopen geklauterd en heb in winkels en huizen naar mensen gezocht, maar er was niemand."
'Overhoop gesmeten huiskamers'
In de verlaten woningen zijn overal sporen van vernielingen en plunderingen door de Duitse bezetter.
"Het is een zwerftocht in de stilte geworden, een drukkende stilte, die zich over het land neerlegt, wanneer de storm erover heen geraasd is. Er is geen totale verwoesting, maar een monotone opeenvolging van kapotte huizen, scheefhangende deuren en overhoop gesmeten huiskamers."
Aan de bevrijding van Roermond gingen zware bombardementen van de Britten vooraf. Vlak voor hun aftocht bliezen de Duitsers de toren van de Sint-Christoffelkathedraal op. De Amerikanen konden zonder verdere tegenstand de stad innemen.
De bevrijding van frontstad Venlo kwam niet zoals verwacht uit westelijke richting, maar uit het oosten. De Amerikanen waren op 23 februari al over de Roer Duitsland ingetrokken met operatie Grenade.
Vandaag reed een Amerikaans tankbataljon onder leiding van luitenant-kolonel George Dalia Venlo binnen in de veronderstelling dat het een Duitse stad was. De Duitsers in Venlo gaven zich vrijwel direct over.
Behalve Dalia bestaat het hele bataljon uit Afro-Amerikaanse militairen. Dat is bijzonder, omdat zwarte militairen tot nu toe weinig zijn ingezet aan het front. Hoewel zo'n tien procent van de Amerikaanse soldaten die meehelpen Europa te bevrijden zwart is, mogen ze vrijwel uitsluitend werk verrichten als schoonmaker, chauffeur, in de bevoorrading of als grafdelver. Ze doen hun werk bovendien strikt gescheiden van witte militairen, in aparte eenheden.
In Venlo en omgeving komt de bevrijding als een verrassing. Velen hebben nog moeite om te geloven dat er eindelijk een einde is gekomen aan de ontberingen waaronder ze geleden hebben. De geëvacueerde bewoners hopen snel terug te kunnen keren naar hun huizen.
We gaan slapen in spanning. Nog geen Amerikaan of tommy gezien en toch reeds bevrijd!
"Je voelt je raar en beverig op je benen", vertelt Corry van Munster uit Venlo, die tijdelijk in het nabijgelegen Tegelen verblijft. Ze heeft de bevrijders nog niet gezien. "Ik geloof het niet. Ik moet ze eerst zien. Om 18.00 uur wapperde op 't stadhuis van Tegelen de Nederlandse driekleur en nog geen minuut later liep alles met oranje getooid. Geestelijken, zusters van het ziekenhuis, alles is oranje boven."
"Nog steeds lopen hier Duitsers, die echter zelf de wapens weggooien. We gaan slapen in spanning. Nog geen Amerikaan of tommy gezien en toch reeds bevrijd!" Morgenvroeg zal ze samen met haar vader direct naar Venlo gaan om de bevrijders te verwelkomen.
"Frank en vrij lopen we weer over straat", vertelt een opgetogen NS-medewerker uit Venlo. Hij behoort tot de kleine groep Venloraren die wist te ontkomen aan de gedwongen evacuatie. De afgelopen maanden moest hij zich samen met zijn vrouw voortdurend schuilhouden. Soms sliepen ze nachtenlang onder de vloer. "Je kunt je dat gevoel nauwelijks voorstellen, dat we niet meer bang hoeven te zijn. Dat we vrij zijn. Dat moet je echt zelf meemaken."