Nieuwe stelsel box 3 uitgesteld tot 2028, wel hogere belasting beleggers en vastgoed
Het kabinet stelt het invoeren van een nieuw stelsel voor de belasting op spaargeld en beleggingen (box 3) met een jaar uit, naar 2028. Dit gebeurt na vernietigende kritiek van de Raad van State op plannen die er lagen.
Staatssecretaris Van Oostenbruggen maakt in een brief aan de Tweede Kamer duidelijk dat er extra tijd nodig is voor goede wetgeving.
Om in de tussenliggende periode genoeg belastinggeld op te halen, wordt de vermogensbelasting vanaf 2026 voor een bepaalde groep verhoogd: het gaat om mensen met aandelen, vastgoed en crypto's. Het kabinet denkt hiermee zo'n 2,5 miljard euro op te halen. Mensen met vooral spaargeld hoeven niet meer vermogensbelasting te betalen, zegt het ministerie.
Er wordt op het ministerie van Financiën al jaren gezocht naar een oplossing sinds de Hoge Raad in 2021 oordeelde dat de gehanteerde vermogensrendementsheffing volgens de wet niet mocht.
De vermogensrendementsheffing gaat uit van een fictief - een geschat - rendement dat spaarders en beleggers op hun vermogen zouden krijgen. Dat bleek in de praktijk voor veel spaarders nadelig uit te pakken. Mensen met veel spaargeld betaalden veel meer dan ze aan rente ontvingen. Het geschatte rendement was jaar op jaar te hoog.
Een groep belastingbetalers stapte naar de rechter en werd door de Hoge Raad in het gelijk gesteld.
Het kabinet besloot dat spaarders in de toekomst aangeslagen moesten worden op hun daadwerkelijke rendement, maar dat is niet eenvoudig. Het vraagt een ingrijpende stelselwijziging en de Belastingdienst is al overbelast en kampt met verouderde computersystemen.
Prullenbak
Toenmalig staatssecretaris Van Rij van Belastingen had een voorstel bedacht om vanaf 2025 op het werkelijke rendement belasting te heffen. Maar het hoogste adviesorgaan van de regering, de Raad van State, verwees dit plan begin december naar de prullenbak.
Het zou het belastingstelsel nog complexer maken en "leiden tot slechtere dienstverlening, beperkte mogelijkheden tot vooroverleg met een belastinginspecteur en onvoldoende toezicht".
De belastingbetaler zou veel zelf moeten doen, om het exacte vermogen precies aan te geven. Vermogen kan zitten in vastgoed, spaargeld, beleggingen of effecten.
Huidig staatssecretaris Belastingen Van Oostenbruggen heeft nu een tijdelijke oplossing bedacht. Er wordt nog steeds belasting geheven op een fictief rendement, maar als een belastingbetaler het daar niet mee eens is kan hij of zij geld terugvragen. Bij de Belastingdienst moeten dan documenten overhandigd worden om te bewijzen dat de belastingbetaler te hoog is aangeslagen. Dit systeem blijft dus tot 2028 bestaan, als het aan het kabinet ligt.