Voor het eerst in Limburgs gedebatteerd bij Provinciale Staten
Voor het eerst hebben de Provinciale Staten van Limburg in het Limburgs gedebatteerd. Op de tribune zaten twee tolken, die het debat in het Nederlands vertaalden.
Dit jaar namen de Provinciale Staten een motie aan waarin werd afgesproken dat zij één keer per jaar in het Limburgs mogen debatteren. Dat gebeurde dus vandaag, tijdens de bespreking van een programma voor de status van de Limburgse taal.
Dit programma, dat 1,1 miljoen euro per jaar kost, is unaniem aangenomen. De provincie hoopt in 2030 een zogenoemde 'deel III-erkenning' te hebben voor de Limburgse taal. Dan zou het Rijk meer geld uittrekken om het gebruik van het Limburgs te stimuleren. Alleen de Friese taal heeft op dit moment zo'n 'deel-III-erkenning'.
'Schat om te bewaren'
De Limburgse taal wordt wel al erkend als zelfstandige regionale taal. Dat betekent dat de provincie en gemeenten een eigen beleid mogen voeren om het gebruik van de taal te bevorderen.
Maar het Rijk moet ook geld investeren, zei PvdA-gedeputeerde Jasper Kuntzelaers. "Het kan niet zo zijn dat ze in Den Haag zeggen: we investeren wel in het Fries, Papiaments, gebarentaal en Nederlands, maar niet in het Limburgs."
Volgens commissaris van de Koning Emile Roemer is de Limburgse taal "een schat die we moeten bewaren". "Het Limburgs is meer dan alleen woordjes; het is onze eigen identiteit, geschiedenis en cultuur. Door het Limburgs door te geven, versterken we de saamhorigheid. De taal is een brug tussen het verleden en de toekomst."