Hockeyer Lucas Veen in voetsporen van vader Stephan en opa Sietze: 'Symbolisch en prachtig'
Twee jonge hockeyfans zien hun kans schoon. Ineens staan ze in de buurt van een speler van het Nederlands elftal. Wie die man daarnaast is? Ze hebben geen idee - en ook geen interesse. Ze gaan recht op hun doel af en vragen Oranje-debutant Lucas Veen om een handtekening.
De man die het met een glimlach bekijkt, heeft 276 interlands meer achter zijn naam. En een duizelingwekkende erelijst. Het is Stephan Veen, de vader van Lucas, wiens moeder Suzan van der Wielen met 194 duels voormalig recordinternational is.
En dan heeft de 21-jarige middenvelder ook nog een grootvader met een topsportverleden, want Sietze Veen speelde in de jaren zeventig met De Graafschap in de eredivisie. Later was hij ook nog voorzitter van die club.
Maar een indrukwekkende carrière of niet: als jouw kind zijn eerste interland speelt, maakt dat trotser dan al je eigen titels bij elkaar. "Prachtig toch", stamelt Stephan, die in het Wagener Stadion in het Amsterdamse Bos opnieuw constateert dat Lucas wel heel snel zijn draai heeft gevonden in een nieuwe, competitievere omgeving.
Afgelopen zomer maakte Lucas de overstap van het gedegradeerde HGC naar topclub Bloemendaal, om daar binnen de kortste keren een belangrijke rol te vervullen. Het leverde een uitverkiezing voor Oranje op, waar hij al in de eerste minuut van zijn debuutwedstrijd met een zelfverzekerde actie aantoonde dat hij ook tussen al die olympisch kampioenen geen last had van plankenkoorts.
Zenuwen
"Nou, voor de wedstrijd voelde ik wel wat zenuwen hoor", bekent Lucas. "Maar in het veld ben ik inderdaad heel stoïcijns. Dus toen ik na drie seconden al de bal kreeg met twee tegenstanders in de buurt, moest ik mezelf wel even vrijspelen. Ja, dan doe ik dat maar."
Veen weet dat die balvastheid ook een van de grootste kwaliteiten van zijn vader was. Maar misschien heeft hij die vaardigheid zelf nog wel het meest aan zijn zusje te danken, die er in de achtertuin flink op los hakte om haar broer van de bal te krijgen.
Hockeyballen
Want bij de familie Veen in Zeist lagen altijd hockeyballen in de tuin. En eentje lag binnen. Die van de olympische finale van 2000. Het is de bal waarmee Stephan Veen tegen Zuid-Korea de beslissende strafbal binnenpushte, nadat hij in de reguliere speeltijd al drie goals had gemaakt.
"Ja, die beelden heb ik weleens gezien", grijnst Lucas, die weet dat zijn vader twee keer olympisch en twee keer wereldkampioen werd. "Het is natuurlijk mijn grote droom om zelf ook naar de Spelen te gaan en goud te pakken."
Ook de erelijst van zijn moeder kan hij zo opdreunen. "Zij is weleens Europees kampioen geworden, mijn vader niet. Ik weet ook dat ze heel makkelijk doelpunten maakte."
Beslissende strafbal
Bovendien benutte Van der Wielen in de EK-finale van 1995 ook de beslissende strafbal. Met zulke ouders is het niet verwonderlijk dat Lucas meteen zijn vinger opstak toen het bij zijn debuut in de Pro League-wedstrijd tegen België vorige week aankwam op shoot-outs.
Lucas: "En dat het toen de beslissende bleek te zijn... tja."
"Hij pakt het op waar ik gestopt ben", vult Stephan met een twinkeling in zijn ogen aan. "Wel symbolisch. En prachtig."