Hockeyer Hertzberger stopt na 267 interlands bij Oranje: 'Is een keer klaar'
Het hoge woord is er dan toch uit: hockeygrootheid Jeroen Hertzberger heeft een punt achter zijn interlandcarrière gezet. Zijn 267ste wedstrijd voor het Nederlands elftal, inmiddels ruim drie jaar geleden, blijft zijn laatste.
Lang bleef hij knokken voor zijn plekje bij Oranje, hopend op een vierde deelname aan de Olympische Spelen. "Ik was heel erg gedreven om de selectie voor Parijs te halen. Daar ben ik twee jaar lang vol voor gegaan. Naar mijn gevoel was ik nog steeds ready om daaraan bij te dragen."
De Nederlandse hockeyers gingen echter deze zomer zonder Hertzberger naar Parijs, en wonnen goud door in de finale tegen Duitsland de shoot-outs beter te nemen.
Hertzberger trok vervolgens zijn conclusies. De volgende Spelen, in 2028 in Los Angeles, zijn voor hem te ver weg. Hij is 38 jaar en "het is een keer klaar". Al betekent dat nog geen hockeypensioen.
"Het mooie aan topsport is dat je jezelf op fysiek en emotioneel vlak zo goed leert kennen. Ik ben benieuwd of je dat ergens anders gaat ervaren." De twijfel in zijn stem verklaart meteen waarom hij bezig is aan zijn 23ste seizoen bij HC Rotterdam.
'Dikke smet'
Tijdens de winterstop van de hoofdklasse vindt Hertzberger tijd om zijn boek over presteren in topsport uit te brengen en terug te blikken op zijn periode in Oranje, op de 227 doelpunten die hij maakte voor zijn land en de hoogte- en dieptepunten gedurende zes EK's, drie WK's en drie Olympische Spelen.
Er was het zoet van de Europese titel in 2015, na een lange periode van droogte voor de hockeymannen. "Dat we in de finale onze grote concurrent Duitsland met 6-1 versloegen, vond ik echt een wereldprestatie."
Maar daarna er was ook het bitter van Rio de Janeiro, waar Nederland in 2016 de strijd om olympisch brons verloor. Hertzberger kan er kort over zijn: "Een dikke smet. Je moet het echt verdienen, het moet kloppen. Als er dingen zijn die niet kloppen, kan het zomaar uit je handen glippen."
Vervolgens glipte ook zijn plek in het Nederlands team uit zijn handen. In zulke periodes deed Hertzberger de grootste lessen op. Over tegenslagen in de topsport en het leven, en vooral over zichzelf.
Niet allergrootste talent
"De manier waarop je reageert op teleurstellingen, mentaal goed in elkaar zitten, kan ook een heel groot talent zijn. Ik denk dat heel veel grote sportmensen goed zijn in het gevecht met het stemmetje in je hoofd, de strijd met jezelf kunnen winnen."
In dat mentale spel maakte Hertzberger al op jonge leeftijd grote stappen. "Jeroen behoorde niet tot de allergrootste toppers", zegt oud-bondscoach Roelant Oltmans over zijn voormalig pupil. "Maar zijn werkethiek, daar kunnen heel veel mensen een puntje aan zuigen."
"Juist de spelers die op jonge leeftijd niet de allergrootste talenten zijn, halen vaak de top eerder en blijven daar ook langer", stelt Oltmans treffend.
Het doet Hertzberger terugdenken aan zijn jeugd. Het opboksen tegen oudere broers. "Ik kan de potjes in de tuin tegen mijn broers goed herinneren. Fysiek en technisch tot m'n zestiende kansloos. Daardoor blijft je nederig, vind je jezelf niet zo goed, maar word je ook street smart."
Op die manier bleef Hertzberger ook tijdens zijn loopbaan achterstanden inlopen. Altijd ruimte vinden voor verbetering, werken aan ieder detail en altijd de loopschoenen mee op vakantie. Hij knokte zich terug in Oranje en haalde de WK-finale van 2018. "Een toernooi waar wat mij betreft alles klopte en het enige toernooi waarvan ik denk: hier hadden we echt verdiend om wereldkampioen te worden."
De titel ging in India echter naar België na een via shoot-outs besliste eindstrijd. Drie jaar later volgde het absolute hoogtepunt van zijn interlandperiode. De Europese titel voor eigen publiek. Zijn rake shoot-out in de finale tegen Duitsland kan hij op detailniveau terughalen en stap voor stap nabootsen.
In Rotterdam is Hertzberger vanaf maart weer te zien tijdens de tweede seizoenshelft van de hoofdklasse. Daar is de topscorer aller tijden (370 treffers in de hoofdklasse) voorlopig nog niet klaar. Uit alle pieken en dalen zal hij ook na het hockey blijven putten.
"De cultuur die je met het team creëert in de kleedkamer. De acceptatie van verschillende karakters binnen het team. Ik heb geleerd dat dát echt het verschil maakt. Het één kunnen worden. Op zielsniveau met elkaar aan de slag gaan. Dat neem ik mee naar de rest van mijn leven."