Nederland heeft geen schuilkelders en dat blijft voorlopig zo
Duitsland werkt vanwege toenemende internationale spanningen en Russische dreiging aan een plan voor meer schuilkelders. Het Duitse ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoekt welke ruimtes in korte tijd geschikt kunnen worden gemaakt als schuilkelder. Hoe staat het in Nederland eigenlijk met schuilkelders? En op welke manier bereidt de overheid ons voor op oorlog of een ramp?
Over het eerste kunnen we kort zijn: Nederland heeft sinds het einde van de Koude Oorlog geen werkende schuilkelders meer en is ook niet van plan openbare schuilgelegenheden te creëren, laat het ministerie van Justitie en Veiligheid weten.
Geen geld voor onderhoud
Tijdens de Koude Oorlog waren er door heel Nederland schuilkelders om burgers te beschermen tegen eventuele atoombommen. Zo werd er bij de aanleg van veel metrostations in Rotterdam en Amsterdam een atoomschuilkelder ingebouwd, compleet met sluizen, sanitair en slaapvertrekken.
Aan het einde van de jaren 80 nam de dreiging van oorlog af en besloot de overheid te stoppen met het bouwen van schuilkelders. In 1990 draaide het Rijk de geldkraan voor het onderhoud dicht.
Het besluit om openbare schuilgelegenheden niet meer te onderhouden geldt nog steeds, valt te lezen in antwoorden op Kamervragen uit juni dit jaar door toenmalig minister van Justitie en Veiligheid Yesilgöz. "Op dit moment spelen schuilkelders daarom geen rol bij een eventueel conflict waarbij Nederland betrokken is."
In 1990 waren er in Nederland ongeveer honderd kleinere en 72 grote openbare schuilkelders. Deze boden in geval van nood bescherming aan minder dan een half miljoen mensen.
Open voor publiek
Gemeenten namen in 1990 het onderhoud van 62 van die schuilgelegenheden over. Hoe het er precies voor staat met deze locaties, is niet bekend bij het ministerie. Een aantal van deze plekken is zo nu en dan geopend voor publiek of wordt inmiddels gebruikt als opslag- of serverruimte.
Tijdens Open Monumentendag 2024 konden bezoekers een kijkje nemen in de schuilkelder bij metrostation Weesperplein in Amsterdam, waar plaats was voor 12.000 mensen:
Op 30 oktober werd in de Europese Commissie nog een rapport gepresenteerd waarin staat dat de EU zich beter moet voorbereiden op risico's zoals klimaatrampen en oorlog. Daarvoor moet de mentaliteit van overheden en burgers drastisch veranderen, staat in het rapport.
Er moet in de EU nog veel gebeuren om voorbereid te zijn. Maar ook burgers zijn er niet klaar voor, staat in het rapport. Zo moeten zij altijd genoeg water, eten en medicijnen in huis hebben voor minstens 72 uur.
Het rapport werd geschreven door de Finse oud-president Sauli Niniistö. En dat is geen toeval. Finland is van alle EU-landen het best voorbereid op crises, en ook de Finse burgers zijn zeer crisisbewust. Dat komt onder meer doordat de Finnen een 1300 kilometer lange grens delen met Rusland.
Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zal het rapport gebruiken bij de beleidsplannen waarmee de Europese Commissie vanaf 1 december aan de slag gaat.
Noodpakket in huis
Sinds de Russische inval in Oekraïne spoort ook de Nederlandse overheid burgers steeds actiever aan om 'weerbaar' te zijn in geval van nood. Dan gaat het niet over het weten van de weg naar schuilkelders, maar over het aanleggen van een noodpakket om de eerste 48 à 72 uur na een ramp door te komen.
In zo'n noodpakket zit onder meer water, houdbaar eten, kaarsen, een radio op batterijen en contant geld.
Een woordvoerder van het Rode Kruis legt in deze video uit waar je aan moet denken: