Spuitvrije zones of helemaal verbieden: lelieteelt onder vuur
Hoe dicht bij woningbouw mag een boer bestrijdingsmiddelen spuiten? Het is een vraag die steeds vaker voor conflict zorgt, vooral in de lelieteelt. Omwonenden dagen lelietelers voor de rechter om het spuiten van bestrijdingsmiddelen te voorkomen. Minister Wiersma van Landbouw schrijft nu aan de Tweede Kamer dat ze onderzoek laat doen naar spuitvrije zones bij woningbouw naast landbouwgrond.
Gemeenten gaan over het gebruik van grond, maar steeds vaker zijn omwonenden het niet eens met het besluit van gemeenten om lelieteelt toe te staan en proberen ze dat via de rechter te terug te draaien. De rechter oordeelt soms dat de teelt moet stoppen, terwijl de telers zich aan de regels houden.
In Drenthe, Limburg en Noord-Brabant besloot de rechter tot een verbod of beperking op het gebruik van bestrijdingsmiddelen vlakbij huizen. Omwonenden zijn bang voor mogelijke schadelijke effecten van de chemische middelen op de gezondheid.
Nu wordt vaak geen spuitvrije zone gehanteerd, een gebied tussen woningen en teelt dat vrij moet blijven van spuitnevel. Als er wel een spuitvrije zone is, wordt meestal 50 meter aangehouden. Maar of dat voldoende is moet meer wetenschappelijk onderzoek uitwijzen, vindt ook Wiersma. Dat moet gemeenten, omwonenden én telers helpen.
Mogelijk schadelijk
Voor de teelt van lelies zijn ruim vier keer meer bestrijdingsmiddelen nodig dan bij andere gewassen als pootaardappelen en tulpen. De gebruikte middelen zijn getest en goedgekeurd door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Dat is de organisatie die toetst of bestrijdingsmiddelen veilig zijn voor de volksgezondheid.
Toch worden de bestrijdingsmiddelen in verband gebracht met ziekten als Parkinson, Alzheimer en ALS. Sluitend wetenschappelijk bewijs daarvoor is er nog niet.
Deelverbod
Ook in het Brabantse Sint-Michielsgestel stapten omwonenden naar de rechter om het spuiten van de bestrijdingsmiddelen tegen te houden. Een van hen is Janique Huijbregts. Op ruim 100 meter van haar huis ligt een lelieveld. Ze maakt zich zorgen om haar eigen gezondheid, "maar eigenlijk nog meer om de gezondheid van de kinderen die hier spelen en de kleinkinderen die hier opgroeien".
Huijbregts en haar buren uitten hun zorgen eerst bij de teler zelf, maar kwamen er niet uit en eindigden toch in de rechtbank. Zij wilden dat de teler helemaal stopt met spuiten, maar omdat de bollen al in de grond liggen, oordeelde de rechter dat de teler door mag gaan. Hij mag onder toezicht een aantal middelen spuiten in de kleine hoeveelheden die hij zegt nodig te hebben.
De teler kan daarmee leven, laat hij weten via zijn advocaat Rico Ligtvoet, omdat hij de teelt kan afronden. Maar juridisch gezien zitten er haken en ogen aan. "De rechter oordeelt dat de teler geen wetten of regels overtreedt, maar legt hem toch een deelverbod op. Daarvoor is vanuit juridisch oogpunt geen grondslag", stelt Ligtvoet.
Daarom moet er meer duidelijkheid komen, zegt de advocaat: "Volgens mij moet deze discussie op landelijk niveau in de politiek gevoerd worden. En als het zo is dat er aanvullende maatregelen nodig zijn, dan moeten die in de landelijke politiek worden genomen en dan moet mijn cliënt de kans krijgen om zich daarop aan te passen."
Politieke oplossing
Het juridisch gesteggel rondom de lelieteelt heeft inmiddels ook de aandacht in Den Haag en de minister kondigt nu dus onderzoek aan. Dat doet ze naar aanleiding van een motie van het CDA die eerder dit jaar werd aangenomen. Indiener Eline Vedder vindt het belangrijk dat dit onderzoek er komt: "Daarna kunnen we goed geïnformeerd besluiten hoe we met spuitvrije zones willen omgaan", aldus het Tweede Kamerlid.
Maar de linkse oppositie vindt dat niet ver genoeg gaan. GroenLinks-PvdA-Kamerlid Laura Bromet wil kijken naar een verbod op alle niet-biologische lelieteelt. "Want wat is het belang in een klein land als Nederland om lelies te telen voor de export? Op die plekken kun je ook voedsel verbouwen waar veel minder gif voor nodig is."
Een verbod lijkt onwaarschijnlijk, maar ook coalitiepartijen willen meer dan alleen een onderzoek. Tweede Kamerlid Harm Holman van NSC vindt het een eerste stap, maar er moeten volgens hem verdergaande afspraken komen over hoe en waar lelies mogen worden geteeld. VVD-Kamerlid Thom van Campen wil dat de regels die er al zijn beter worden nageleefd, want daar zit het probleem volgens hem.
Woensdag wordt over het gebruik van bestrijdingsmiddelen gedebatteerd in de Tweede Kamer.