Giftige bestrijdingsmiddelen in landbouw ook schadelijk voor vogels
Naast bijen en hommels zijn de giftige bestrijdingsmiddelen neonicotinoïden ook schadelijk voor bijna alle vogels. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van de Wageningen Universiteit in samenwerking met de Vogelbescherming.
Neonicotinoïden zijn pesticiden en worden in de tuin- en landbouw gebruikt als gewasbescherming. Het middel bestrijdt schadelijke insecten. Er zijn zo'n zeven soorten van.
Het middel ligt al langere tijd onder vuur omdat het ook schadelijke effecten heeft op andere organismen. Onder meer bijen kunnen sterven als ze ermee in aanraking komen. Dat kan gevolgen hebben voor de hele natuur omdat bijen van levensbelang zijn voor gewasbestuiving.
Nu blijkt dus ook dat vogels grote gevolgen ondervinden als ze voedsel eten dat neonicotinoïden bevat. Zo hebben ze een lagere overlevingskans en heeft het negatieve gevolgen voor de voortplanting van de vogels; jongen hebben namelijk vaker kans op complicaties. Een ander effect is dat vogels verminderde oriëntatie krijgen, waardoor migrerende vogels gemakkelijker de weg kwijt raken en zo extra gevaar lopen.
Strengere regels
De laatste jaren zijn de toelatingen van gewasbeschermingsmiddelen op basis van neonicotinoïden sterk ingeperkt. Sinds 2018 is een deel van het gebruik van neonicotinoïden in de EU verboden. Via uitzonderingsregels en noodvergunningen kan er echter, ook in Nederland, toch gebruik gemaakt worden van de verboden middelen. Ook wereldwijd wordt de giftige stof in verschillende landen nog toegepast.
Neonicotinoïden hebben als groot nadeel dat ze jarenlang aanwezig blijven blijft in het milieu. In de praktijk betekent dit dat gewassen die later worden geteeld en die niet besproeid zijn met het middel, nog steeds besmet zijn met neonicotinoïden omdat de stof in de grond blijft zitten.
Ook vandaag de dag is de stof, ondanks het verbod, nog in het Nederlandse milieu aanwezig. De onderzoekers zagen zelfs gevallen waar zaden en gewassen, die door vogels worden gegeten, na 19 jaar nog steeds waren besmet met neonicotinoïden.
'Effecten mogen niet onderschat worden'
Lang werd gedacht dat alleen insecten last hebben van het bestrijdingsmiddel, stelt onderzoeker Elke Molenaar van de Wageningen Universiteit. "Men dacht dat de directe effecten door opname via het voedsel minimaal zouden zijn. Onze nieuwe studie toont aan dat er wél directe schadelijke effecten plaatsvinden als vogels voedsel eten dat neonicotinoïden bevat. Deze effecten zouden absoluut niet onderschat mogen worden."
Molenaar benadrukt dat vogels ook al minder voedsel hebben doordat er minder insecten te vinden zijn omdat die juist worden bestreden door de giftige stof.
De Vogelbescherming noemt het zeer verontrustend dat deze schadelijke middelen nog steeds door de strenge toelatingsprocedures komen en onterecht worden bestempeld als veilig voor mens, dier en milieu. De organisatie pleit voor onafhankelijk onderzoek voordat middelen toegelaten mogen worden. "Bij twijfel daarover zouden middelen niet mogen worden toegelaten. Het is in het verleden al veel te vaak misgegaan."