Na olympisch zilver ook WK-zilver voor baansprinter Van de Wouw op keirin
Baansprinter Hetty van de Wouw is tweede geworden in de keirinfinale op de WK baanwielrennen in het Deense Ballerup. Steffie van der Peet werd zesde.
Voor Van de Wouw is dit haar derde zilveren medaille dit toernooi. De regenboogtrui op de keirin ging naar de Japanse Mina Sato. Op de Olympische Spelen behaalde 'Hetty Raketty' ook al de zilveren medaille op dit onderdeel.
Verrassing Van der Peet
In de finale moest Van de Wouw als eerste starten, waardoor Sato en Emma Finucane, op voorhand aangewezen als haar grootste concurrenten, haar van achter konden verrassen.
De eerste aanzet kwam echter niet van een van hen, maar van de landgenoot van Van de Wouw: Van der Peet verraste met een vroege aanval. Finucane en Sato (geloot als vijfde en zesde) kwamen daardoor al vroeg in de wedstrijd naar voren en reden Van de Wouw wat in de weg.
"Ik raakte wat ingesloten na Steffies aanval", vertelde Van de Wouw na afloop. "Dat was net niet goed voor mij. Ik moest even wachten tot ik los kon komen."
In de laatste ronde won de Brabantse veel snelheid, maar het gat dat Sato had geslagen was al te groot, waardoor de wereldtitel door haar vingers glipte. "Ik word wel een beetje moedeloos van al die tweede plaatsen, maar haar passeren lukte gewoon niet meer. Dat is jammer." Van der Peet zakte in de laatste ronde terug naar de laatste plaats.
Moeilijk onderdeel
Op de keirin rijden zes sprinters tegelijk in de baan. Ze worden op snelheid gebracht door een motor en strijden daarna om de overwinning. Door de drukte op de baan is de keirin een verraderlijk onderdeel. Een foute inschatting is snel gemaakt, waardoor je ingesloten kunt worden en niet aan sprinten toekomt.
Eerder dit toernooi vielen Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland tegen op de keirin. Lavreysen haalde na een tactische fout zelfs de finale niet.
Raaijmakers zevende op puntenkoers
Duurrenner Marit Raaijmakers deed op de puntenkoers voor vrouwen een gooi naar de wereldtitel, maar kwam tekort. Ze probeerde met rondewinst mee te doen om de medailles, maar miste piekvermogen in de tussensprints.
Uiteindelijk moest ze genoegen nemen met de zevende plek. De wereldtitel ging naar de Deense Julie Leth.