Toezichthouder: overheid worstelt met privacywetgeving
De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) stelt in een nieuw rapport dat de overheid worstelt met de privacywetgeving. Dat komt onder meer omdat de kennis daarover soms tekortschiet, met name bij bestuurders.
Ook staat de positie van interne toezichthouders bij overheidsorganisaties onder druk: door gebrek aan mensen of geld, doordat ze niet of te laat bij de besluitvorming worden betrokken of doordat hun adviezen worden genegeerd zonder dat wordt toegelicht waarom.
De AP constateert dat overheidsorganisaties soms bewust over de grenzen van de wet heengaan, bijvoorbeeld in de strijd tegen de georganiseerde misdaad of bij de fraudebestrijding. Ook het tegenovergestelde komt voor: bestuurders zien wet- en regelgeving soms ten onrechte als belemmering om op te treden.
'Burgers in de knel'
Volgens de autoriteit is het risico dat burgers in de knel komen groot als de overheid verkeerd omgaat met hun persoonsgegevens. Voorbeelden daarvan zijn de toeslagenaffaire bij de Belastingdienst, het datalek bij de GGD in coronatijd en de toepassing van algoritmes bij uitkeringsinstantie UWV en de uitvoeringsorganisatie voor het onderwijs DUO.
De AP ziet bijvoorbeeld ook gemeentes in de fout gaan door het delen en koppelen van persoonsgegevens. Dat doen ze onder meer om schuldenproblematiek aan te pakken of criminaliteit een halt toe te roepen. "Dat zijn goede intenties", zegt de autoriteit, "maar daar past ook bij dat je burgers en gegevens goed beschermt".
De toezichthouder zegt hard te zullen ingrijpen als gemeenten welbewust de regels schenden bij de bestrijding van criminaliteit en het handhaven van de openbare orde.
Gemeenten willen betere wetgeving
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) pleit in een reactie op het rapport voor betere wetgeving. Daarin moeten waarborgen zitten die de privacy van burgers beschermen, maar een betere gegevensuitwisseling mogelijk maken, aldus een woordvoerder.
Als een gemeente bijvoorbeeld een jongere wil helpen die in de problemen zit en daarover overlegt met de politie of andere organisaties, mogen die nu weinig informatie geven over de jongere.
"Die mogen niet zeggen: Jantje is ook een winkeldief. Of Jantje zit ook in de schulden." Terwijl informatie over bijvoorbeeld persoonlijke omstandigheden, drugsgebruik of criminele activiteiten wel noodzakelijk kan zijn om een individu goed verder te kunnen helpen, aldus de woordvoerder van de VNG.